Spring naar bijdragen

Aanbevolen berichten

Ik heb de vele links neergezet zodat jullie kunnen kijken hoe de gangbare wetenschap over bepaalde onderwerpen denkt en zodat jullie achtergrondinformatie kunnen opzoeken over de onderwerpen.

De theorie van Velikovsky

Immanuel Velikovsky studeerde verschillende vakgebieden en ging op zoek naar een overlevering van de uittocht in de Egyptische geschiedenis. Hij ontdekte het Ipuwerpapyrus waarvan hij vond dat het een Egyptisch verslag van de uittocht was. Alleen was dit papyrus volgens egyptologen veel eerder dan de uittocht geschreven, namelijk voor het binnenvallen van de Hyksos.

Hij ontwikkelde een theorie waarbij hij een deel van de Egyptische geschiedenis 550 jaar opschoof.

Tijdens de periode van de richteren regeerden de Hyksos in Egypte, waarmee Velikovsky verklaart waarom we in dat Bijbelboek niets over Egypte horen, maar wel over de Amalekieten (volgens hem de Hyksos).

Saul verslaat samen met de Egyptenaren de Amalekieten, waarna in Egypte de 18de dynastie heerst.

Eén van de heersers van de 18de dynastie was Hatsjepsoet, die een reis naar het land Poent maakte. Volgens Velikovsky was dit de koningin van Sheba die naar Israël reisde.

De opvolger van Hatsjepsoet, Thoetmosis III, voerde een veldslag tegen Megiddo, waar hij de vijand van de stad Kadesj versloeg. Volgens Velikovsky is dit het verhaal van Sisak, die Rehabeam in Jeruzalem (volgens hem Kadesj) versloeg.

Na Thoetmosis III kwam Amenhotep II, die ook een veldslag naar Kanaän maakte, maar die verloor. Volgens Velikovsky is dat Zerah de Moor, die van Koning Asa verloor.

Na Amenhotep II kwam na een tijd Amenhotep III en Echnaton. In hun tijd werden de Amarnabrieven geschreven. Kleitabletten van koningen uit verschillende delen van Azië aan de twee farao's. Volgens Velikovsky was deze correspondentie in de tijd van Achab en Josafat. Hij wijst verschillende overeenkomsten aan tussen gebeurtenissen in de Amarna-brieven, de Bijbel en andere bronnen uit Achabs tijd.

De 19de dynastie werd 650 jaar opgeschoven en was dezelfde als de 26ste dynastie. Ramses de Grote was volgens Velikovsky Necho II, die ook in de Bijbel bekend is. Beiden groeven een pre-Suezkanaal en vochten en veldslag in Syrië (Ramses' veldslag en Necho's veldslag). Ook hier zijn weer overeenkomsten.

De 20ste dynastie werd zelfs 800 jaar opgeschoven en was dezelfde als de 29ste en de 30ste. Ramses III, een machtige farao, vocht tegen Grieken en de Prst. Nectanebo II, volgens Velikovsky dezelfde als Ramses III, vocht tegen de Grieken en de Perzen.

Zo zijn er treffende overeenkomsten. Toch zitten er ook grote fouten in deze theorie. Zo zei Hatsjepsoet bijvoorbeeld dat Poent ten zuiden van Egypte lag. Thoetmosis III maakt melding dat hij Kadesj verwoestte. Amenhotep II maakte ook een succesvolle tocht naar Palestina, Ramses II en Necho II vochten in een andere stad en van zowel Ramses III als Nectanebo II zijn de mummies bekend.

Dat is de theorie van Velikovsky.

Antoon denkt dat de overeenkomsten te toevallig zijn als je de Egyptische geschiedenis 550/650/800 jaar opschuift.

Ik denk dat er te sterke argumenten tegen Velikovsky's theorie zijn.

Wat denken jullie, vinden jullie Velikovsky's theorie goed passen in de geschiedenis of denken jullie dat hij niet klopt?

Link naar bericht
Deel via andere websites

Er staat me iets bij dat er in pyramides aantekeningen zijn gevonden van een volk dat de pyramides moest bouwen. Het is al weer lang geleden dat ik daarover iets gezien/ gelezen heb, maar dat volk zou het volk Israel kunnen zijn. Het lijkt mij dat we op basis van de gegevens die we uit de pyramiden hebben kunnen achterhalen, dat je niet zomaar 550 jaar kan opschuiven om een theorie kloppend te maken, dan kom je, zo lijkt mij, elders weer in de problemen.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Er staat me iets bij dat er in pyramides aantekeningen zijn gevonden van een volk dat de pyramides moest bouwen. Het is al weer lang geleden dat ik daarover iets gezien/ gelezen heb, maar dat volk zou het volk Israel kunnen zijn. Het lijkt mij dat we op basis van de gegevens die we uit de pyramiden hebben kunnen achterhalen, dat je niet zomaar 550 jaar kan opschuiven om een theorie kloppend te maken, dan kom je, zo lijkt mij, elders weer in de problemen.

Ik heb pas een dik boek over piramides gelezen. In de piramide van Cheops is één enkele regel gevonden over de werklieden die de piramide maakten. Maar er staat niets over een bepaald volk. De piramideteksten in de piramides van bijv. Oenas en Pepi II staan alleen maar verhalen over de godenwereld enz.

Echter in inscripties van Thoetmosis III, de vader van Amenhotep II (volgens mij de farao van de uittocht), staat volgens dr. J.H. Breasted, die alle historische teksten van de oude Egyptenaren heeft verzameld, het volgende:

756

The heavier works of the Amon-temple are here

under inspection by Rekhmire. Of particular interest are

the Semitic foreigners, who appear among the brickmakers ,

of the "captivity which his majesty brought for the works

of the temple of Amon." This is, of course, precisely what

was afterward exacted of the Hebrews.

Link naar bericht
Deel via andere websites

http://wetenschap.infonu.nl/sterrenkunde/100008-immanuel-velikovsky-werelden-in-botsing.html

velikovsky laat zien dat de overleveringen van oude volkeren over geheel de aarde op papier maar ook mondeling een treffende harmonie vormen ten opzichte van zijn theorie, dat kan niet zomaar toevallig gebeuren.

BV. Venus is plotseling ontstaan

Venus is in de historische literatuur altijd een belangrijke planeet geweest. In de babylonische tijd kenden men het 4 planetenstelsel; Venus was er nog niet in opgenomen. Aangezien Venus de meest heldere planeet aan het firmament is, is de kans dat de Babylonieërs, en trouwens ook de oude Hindoes, Venus over het hoofd zagen uitgesloten. Men wist precies de omloop van de planeten. Op een gegeven moment moest men een planeet toevoegen aan de kennis, omdat hij plotseling was ontstaan. Dit feit is altijd door academische weggewuifd met het idee dat ze blijkbaar toen nog niet wisten dat Venus zowel een morgenster als avondster was. Dat is een zeer onlogische redenering omdat Venus op de maan na het helderste hemelobject is.

en dit

Nieuwe tijd

Tijdens de zondvloed overleden ook vrijwel alle leiders van de culturen. Door de ramp was de baan van de aarde veranderd, op grotere afstand van de zon gekomen, waardoor het jaar langer werd. Over ter wereld lieten de nieuwe machthebbers de seizoenen opnieuw berekenen. Daar is zorgvuldig verslag van gedaan. Alle windstreken waren omgedraaid.

Het is ook logischer dat de schepper begon met een duidelijk astronomisch geheel, met maanmaanden van gelijk aantal dagen en een vaste opkomst van volle maan.

beschouw ook in dit verband

Venus, een nakomertje

In geen enkele cultuur werd melding gemaakt van Venus, tot 3500 jaar geleden. Toen begonnen culturen verspreid over de hele wereld de introductie van Venus aan de hemelboog te beschrijven als zijnde een komeet. Venus had een staart! Voor die tijd werden minder goed zichtbare planeten zoals Mars, Saturnus, Jupiter en Mercurius wel beschreven in de klassieke literatuur.

http://wetenschap.infonu.nl/sterrenkunde/100006-is-venus-3500-jaar-geleden-ontstaan.html

Het kan er misschien mee temaken hebben.

Jesaja 14:12-13

12 O hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij schijnende, zoon des dageraads! Hoe zijt gij ter aarde neergehouwen, gij die de natiën machteloos placht te maken!

Had Velikovsky gelijk?

onderzoek van de oude bronnen heeft Velikovsky op onderdelen bevestigd.

Binnen de wetenschappers wereld is hij gewogen en te min bevondene, maar het zou niet de eerste keer zijn dat wetenschappers er totaal naast zitten.

Ik voor mij zie zoveel duidelijke overeenkomsten dat ik hen voor 80% gelijk geef.

Link naar bericht
Deel via andere websites
wat betreft de Amalekieten, dat komt goed overeen met Velikovsky zijn theorie

Hoezo?

Lekker betrouwbare bron. Misschien heb je het wel zelf geschreven.

velikovsky laat zien dat de overleveringen van oude volkeren over geheel de aarde op papier maar ook mondeling een treffende harmonie vormen ten opzichte van zijn theorie, dat kan niet zomaar toevallig gebeuren.

Ik heb werelden in botsing gelezen en wat Velikovsky doet, is piepkleine fragmenten citeren die met zijn theorie overeenkomen, terwijl als je het geheel leest, het er helemaal niet op lijkt. Velikovsky haalt bijvoorbeeld stukjes uit het Ipuwerpapyrus die op de Exodus lijken, terwijl het geheel er niet op lijkt! Had hij bijvoorbeeld dit geciteerd:

"De Nijl stroomt over"

dan zou het helemaal niet op Exodus lijken. Dit fragmentarische citeren geldt ook voor 'Werelden in botsing'. Op een gegeven moment citeert Velikovsky het Lied van Debora als zijnde een bewijs voor de catastrofe van de Exodus, terwijl het lied van Debora daar niets mee te maken heeft. Het ergste is nog wel dat hij een keer een bron citeert die zegt dat "Venus rokend en vol vuur" is, als bewijs voor een kosmische ramp van 1500 v. Chr. Echter, de tekst komt uit 16de eeuw en is een astronomisch verlsag uit die tijd.

BV. Venus is plotseling ontstaan

Venus is in de historische literatuur altijd een belangrijke planeet geweest. In de babylonische tijd kenden men het 4 planetenstelsel; Venus was er nog niet in opgenomen. Aangezien Venus de meest heldere planeet aan het firmament is, is de kans dat de Babylonieërs, en trouwens ook de oude Hindoes, Venus over het hoofd zagen uitgesloten. Men wist precies de omloop van de planeten. Op een gegeven moment moest men een planeet toevoegen aan de kennis, omdat hij plotseling was ontstaan. Dit feit is altijd door academische weggewuifd met het idee dat ze blijkbaar toen nog niet wisten dat Venus zowel een morgenster als avondster was. Dat is een zeer onlogische redenering omdat Venus op de maan na het helderste hemelobject is.

Venus wordt genoemd door de Babyloniërs in 1900 v. Chr. en op de piramideteksten van 2000 v. Chr.

Nieuwe tijd
Tijdens de zondvloed overleden ook vrijwel alle leiders van de culturen. Door de ramp was de baan van de aarde veranderd, op grotere afstand van de zon gekomen, waardoor het jaar langer werd. Over ter wereld lieten de nieuwe machthebbers de seizoenen opnieuw berekenen. Daar is zorgvuldig verslag van gedaan. Alle windstreken waren omgedraaid.

Het is ook logischer dat de schepper begon met een duidelijk astronomisch geheel, met maanmaanden van gelijk aantal dagen en een vaste opkomst van volle maan.

Hier geloof ik niets van. Geen enkel argument of bewijs heb je hier voor.

Had Velikovsky gelijk?

onderzoek van de oude bronnen heeft Velikovsky op onderdelen bevestigd.

Binnen de wetenschappers wereld is hij gewogen en te min bevondene, maar het zou niet de eerste keer zijn dat wetenschappers er totaal naast zitten.

Ik voor mij zie zoveel duidelijke overeenkomsten dat ik hen voor 80% gelijk geef.

Nee, Velikovsky had geen gelijk, in dat opzicht hadden wetenschappers gelijk. Ik geef hem voor, zeg, 5% gelijk.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Nog uit het vorige topic:

Velikovsky geeft een grote hoeveelheid details waarin deze beschrijving overeenkomt met de beschrijving in de bijbel van het bezoek van de koningin van Sheba. Hij zegt dat in de naam Poent dezelfde stam zit als in de naam Phoenicië.

Ik wil er op wijzen dat zowel de Israëlieten als de Phoeniciërs hun land nooit Phoenicië hebben genoemd. Die naam kregen van de Grieken in de 7de eeuw voor Christus. De naam Poent heeft daar dus niets mee te maken.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 2 months later...

Wat betreft Velikovsky :

Indien we het verhaal van de Exodus nemen zoals het staat in de bijbel, en dit dan gaan vergelijken met de gangbare opvatting van de oude Egyptische geschiedenis, dan stuiten we op onoverkomelijke moeilijkheden .

HET BIJBELSE VERHAAL .

Het bijbelse verhaal vertelt ons dat de Israëlieten na een lange periode van slavernij in Egypte, onder de leiding van Mozes verlost werden door Gods wonderbaarlijke tussenkomst .

Het verhaal zelf kunnen we lezen in de eerste hoofdstukken van Exodus . (zie aldaar) . Na de uittocht is Egypte volledig geruïneerd : zowel economisch (de eerste negen plagen), sociaal (de tiende plaag) als militair (volledige vernietiging van het Egyptische leger in de schelfzee) .

Na de uittocht is er in de bijbel lange tijd geen sprake meer van Egypte : noch in de tijd van Jozua, noch in de tijd van de richteren . We moeten wachten tot aan de regering van David, alvorens er weer sprake is van Egypte : als “Farao†de stad Gezer inneemt en geeft als bruidschat voor zijn dochter, een van de vrouwen van Salomo . (zie 1Kon.9:16) .

Wat het tijdstip van de uittocht betreft : de bijbel geeft één hint, namelijk in

1Kon.6:1 : 1 In het vierhonderdtachtigste jaar na de uittocht van de Israëlieten uit Egypte, in het vierde jaar van zijn regering over Israël, in de maand ziw, de tweede maand, begon koning Salomo met de bouw van de tempel.

Deze tekst wordt op twee verschillende manieren geïnterpreteerd :

1) Tussen het vierde jaar van Salomo (het jaar 965 B.C.) en de uittocht liggen letterlijk 480 jaar : wat erop neerkomt dat de uittocht plaats zou gehad hebben in 1445 B.C. ( De getuigen plaatsen –als enigen- het vierde jaar van Salomo in 1034 B.C. en de uittocht in 1513 B.C.)

2) De 480 jaar worden geïnterpreteerd als zijnde een schatting op basis van een genealogische lijst (480 = 12X40) en zou in werkelijkheid een 325 jaar geduurd hebben, wat de exodus plaatst rond het jaar 1290 B.C.

HET ANDERE PLAATJE .

Volgens de klassieke chronologie van de Egyptische geschiedenis is dit de periode van de 18e (1550-1307 B.C.) & de 19e (1307-1196 B.C.) dynastie .

Nergens in deze periode is er plaats voor een uittocht uit Egypte zoals deze verteld wordt in het boek Exodus . (Al doet men verwoede pogingen om dit wel te doen : denk bijvoorbeeld aan de film “De tien geboden†van Cecil B. DeMille ) Nergens zult u in een wetenschappelijk boek over de oude geschiedenis van Egypte een verwijzing vinden naar de exodus zoals die in de bijbel verteld wordt .

DE VERDIENSTE VAN IMMANUEL VELIKOVSKY .

Velikovsky is een van de eersten die, zich vasthoudend aan het bijbelverhaal, de klassieke chronologie van het oude Egypte in vraag durfde stellen . Of al de analyses die hij maakt juist zijn is natuurlijk een andere vraag .

Persoonlijk kan ik bijvoorbeeld akkoord gaan met zijn stelling dat de eerste farao’s van de 18e dynastie tijdgenoten zijn van de koningen van Saul tot Aza . (zie de bijdrage van Student op 18 juni 2014) . Met zijn stelling bvb dat Farao Ramses II de grote tegenstander was van Nebukasnesar in de slag van Karkemisch in 605 B.C. kan ik dan weer helemaal niet akkoord gaan .

----------------------------------------------------------

Link naar bericht
Deel via andere websites

Michiel schreef op 19 juni 2014 10:15

Er staat me iets bij dat er in pyramides aantekeningen zijn gevonden van een volk dat de pyramides moest bouwen. Het is al weer lang geleden dat ik daarover iets gezien/ gelezen heb, maar dat volk zou het volk Israel kunnen zijn. Het lijkt mij dat we op basis van de gegevens die we uit de pyramiden hebben kunnen achterhalen, dat je niet zomaar 550 jaar kan opschuiven om een theorie kloppend te maken, dan kom je, zo lijkt mij, elders weer in de problemen.

Flavius Josephus schrijft in zijn “geschiedenis der Joden†in zijn 2e boek hoofdstuk 5 eerste paragraaf :

(Ik vertaal uit een Franstalige versie) … Ze deden ze verscheidene dijken bouwen om de wateren tegen te houden en verschillende kanalen om de wateren te geleiden . Ze deden hen muren bouwen om de steden te omsluiten en ze deden ze piramides bouwen van een duizelingwekkende hoogte ….

--------------------------------------------------------------------------------------------

Twee citaten :

Salomo zei (pred.1:11) : 11 Er is geen heugenis van de vorige tijden, en ook van de latere, die er zullen zijn, zal er geen heugenis wezen bij hen die nog later leven zullen.

Napoleon Bonaparte zei : De geschiedenis is een hoop leugens waarover iedereen het eens is.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Flavius Josephus schrijft in zijn “geschiedenis der Joden†in zijn 2e boek hoofdstuk 5 eerste paragraaf :

(Ik vertaal uit een Franstalige versie) …

Waarom niet liever onze eigen oud-hollandsche taal doorvorscht tot eene leeringh ende vermaeck?! (YY)

Alle de werken van Josephus Flavius

http://books.google.nl/books?id=15VcAAA ... en&f=false

AHM01_A_52437_1_X.JPGhttp://books.google.nl/books?id=15VcAAA ... en&f=false

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ws als je niet zo gebrand was op altijd te 'scoren' in een discussie, had je deze inkopper te makkelijk gevonden (zelfs ik voorspelde m al toen ik m intikte) en m links laten liggen :)
"Scoren" is een waardevolle bijdrage brengen aan je gevoel, het liefst gedeeld met vele anderen. En het moment verglijdt. "Bouwen" is bouwsteentjes zo keurig als je kunt neerleggen, die vervolgens evengoed worden weggeworpen of ondergeschoffeld. Als het bouwen van een zandkasteel op het strand, waar de vloed nog komen kan. En het moment vergaat, en alle waarde in bijdrage of waardering blijkt ijdelheid. Maar het verschil zit in het hart, en het nuttig praktisch bijdragend effect is van beide hetzelfde: Stel je er niet teveel van voor.

GOAL.gif:+

Link naar bericht
Deel via andere websites
Wat het tijdstip van de uittocht betreft : de bijbel geeft één hint, namelijk in

1Kon.6:1 : 1 In het vierhonderdtachtigste jaar na de uittocht van de Israëlieten uit Egypte, in het vierde jaar van zijn regering over Israël, in de maand ziw, de tweede maand, begon koning Salomo met de bouw van de tempel.

DE VERDIENSTE VAN IMMANUEL VELIKOVSKY .

Velikovsky is een van de eersten die, zich vasthoudend aan het bijbelverhaal, de klassieke chronologie van het oude Egypte in vraag durfde stellen . Of al de analyses die hij maakt juist zijn is natuurlijk een andere vraag .

Persoonlijk kan ik bijvoorbeeld akkoord gaan met zijn stelling dat de eerste farao’s van de 18e dynastie tijdgenoten zijn van de koningen van Saul tot Aza . (zie de bijdrage van Student op 18 juni 2014) . Met zijn stelling bvb dat Farao Ramses II de grote tegenstander was van Nebukasnesar in de slag van Karkemisch in 605 B.C. kan ik dan weer helemaal niet akkoord gaan .

In de Septuagintavertaling staat:

In het vierhonderdveertigste jaar...

Dat plaatst de uittocht rond 1400 v. C.

Inderdaad stierf in 1400 v.C. een farao: Amenhotep II. Hij was een machtige farao, maar toch stierf hij zonder enige reden heel plotseling. Zijn graf was onafgemaakt. Ook werd hij opgevolgd door zijn oudste zoon.

40 jaar later, in 1360 v.C., was de toestand in Palestina rumoerig. Egypte had weinig macht in Israël in Kanaän bestond uit een grote verzameling stadsstaten. In die tijd werden de Amarnabrieven geschreven. Brieven van Kanaänitische stadsvorsten aan farao's Amenhotep III en Echnaton. In deze brieven worden de 'Habiru' genoemd, die onder leiding staan van 'de rebel Mesj'. Opvallend is dat in die tijd de Hebreeën rondliepen, onder leiding van 'Moshe', die voor de koninklijke familie een rebel was.

Mozes veroverde Moab en Basan.

Abdu-Heba, koning van Jeruzalem schreef:

De Habiru plunderen alle landen van de koning...

Onder leiding van Jozua werd Kanaän ingenomen. Ook dat was in de tijd dat de Amarnabrieven werden geschreven. 'In een paar dagen zijn de Habiru in mijn stad', schreef de koning van Jeruzalem, wellicht dezelfde als Adonizedek in het boek Jozua. Opvallend is dat er geen brieven zijn van de koningen van Jericho en Ai.

Jozua verwoestte 3 steden: Jericho, Ai en Hasor.

Jericho is rond 1400 v. Chr. verwoest, concludeert archeoloog B. Wood.

Ai, dat gelokaliseerd moet worden als Khirbet El-Maqatir, is rond 1400 v. Chr. verbrand.

Hasor was volgens de koning van Tyrus, die ook een Amarnabrief schreef, in handen van de Habiru. Hij dacht alleen dat de koning van Hasor was overgelopen naar de Habiru!

Persoonlijk kan ik bijvoorbeeld akkoord gaan met zijn stelling dat de eerste farao’s van de 18e dynastie tijdgenoten zijn van de koningen van Saul tot Aza .

Ik niet. Zo hadden de eerste farao's van de 18de dynastie de macht over Palestina in dezelfde tijd als dat Saul, David en Salomo regeerden.

Thoetmozes III, zou Sisak zijn, maar het Kadesj (volgens V. was dat Jeruzalem) dat Thoetmozes veroverde heeft hij ook verwoest.

Amenhotep II zou Zerah de Moor zijn. Probleem is dat Amenhotep II bij een veldtocht Palestina heeft veroverd en vele slaven gemaakt.

Link naar bericht
Deel via andere websites

broer konijn schreef 16 sep 2014 08:55

credo26 schreef:Flavius Josephus schrijft in zijn “geschiedenis der Joden†in zijn 2e boek hoofdstuk 5 eerste paragraaf :

(Ik vertaal uit een Franstalige versie) …

Waarom niet liever onze eigen oud-hollandsche taal doorvorscht tot eene leeringh ende vermaeck?!

Voor mij zeker niet gelaten, maar ik ben niet zo handig met de computer dat ik die teksten zomaar kan ophalen .

Wat het boek “Alle de werken van Flavius Josephus … “ zelf betreft : een vriend van me heeft een facsimile uitgave van het boek . Prachtig werk, maar onhandig van formaat ! Dus praktisch niet te gebruiken .

-------------------------------------------------------------------------------

Student schreef 16 sep 2014 12:16

i

n de Septuagintavertaling staat:

In het vierhonderdveertigste jaar...

Dat plaatst de uittocht rond 1400 v. C.

Inderdaad stierf in 1400 v.C. een farao: Amenhotep II. Hij was een machtige farao, maar toch stierf hij zonder enige reden heel plotseling. Zijn graf was onafgemaakt. Ook werd hij opgevolgd door zijn oudste zoon.

40 jaar later, in 1360 v.C., was de toestand in Palestina rumoerig. Egypte had weinig macht in Israël in Kanaän bestond uit een grote verzameling stadsstaten. In die tijd werden de Amarnabrieven geschreven. Brieven van Kanaänitische stadsvorsten aan farao's Amenhotep III en Echnaton. In deze brieven worden de 'Habiru' genoemd, die onder leiding staan van 'de rebel Mesj'. Opvallend is dat in die tijd de Hebreeën rondliepen, onder leiding van 'Moshe', die voor de koninklijke familie een rebel was.

Mozes veroverde Moab en Basan.

Abdu-Heba, koning van Jeruzalem schreef:

De Habiru plunderen alle landen van de koning...

Onder leiding van Jozua werd Kanaän ingenomen. Ook dat was in de tijd dat de Amarnabrieven werden geschreven. 'In een paar dagen zijn de Habiru in mijn stad', schreef de koning van Jeruzalem, wellicht dezelfde als Adonizedek in het boek Jozua. Opvallend is dat er geen brieven zijn van de koningen van Jericho en Ai.

Jozua verwoestte 3 steden: Jericho, Ai en Hasor.

Jericho is rond 1400 v. Chr. verwoest, concludeert archeoloog B. Wood.

Ai, dat gelokaliseerd moet worden als Khirbet El-Maqatir, is rond 1400 v. Chr. verbrand.

Hasor was volgens de koning van Tyrus, die ook een Amarnabrief schreef, in handen van de Habiru. Hij dacht alleen dat de koning van Hasor was overgelopen naar de Habiru!

Eerst en vooral wat betreft de Septuaginta vertaling :

De Septuaginta een vertaling is van de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst . Als beide teksten vergeleken worden vindt men nogal wat verschillen . Meestal wordt de Hebreeuwse tekst de betrouwbaarste beschouwd .

Dat u hier de Septuaginta aanhaalt omdat die datering nu eenmaal past in uw redenering dan de Hebreeuwse tekst, lijkt me dan ook eerder opportunistisch .

Laten we nu eens kijken naar de 18e dynastie in Egypte .

Ik geef twee reeksen data op, (de historici zijn het op dit punt niet eens) laten we de TWEEDE reeks nemen, deze welke u verkiest .

AHMOSE 1550-1525 //// 1539-1514

AMENHOTEP I 1525-1504 //// 1514-1493

THOETMOSES I 1504-1492 //// 1493-1482

THOETMOSES II 1492-1479 //// 1482-1479

HATSJEPSOET 1479-1458 //// 1479-1458

THOETMOSES III 1458-1425 //// 1458-1426

AMENHOTEP II 1428-1397 //// 1426-1400

THOETMOSES IV 1397-1388 //// 1400-1390

AMENHOTEP III 1388-1351 //// 1390-1353

ECHNATON 1351-1334 //// 1353-1336

SMERCHKARE 1337-1333 //// 1335-1332

TOETANCHAMON 1333-1323 //// 1332-1323

EYE 1323-1319 //// 1323-1319

HAREMHAB 1319-1307 //// 1319-1292

De bijbel leert ons dat toen Mozes geboren werd de verdrukking van de Israëlieten reeds op gang was . We weten ook dat Mozes 80 jaar was toen hij de Israëlieten uit Egypte leidde . Als we bovenstaande data in ogenschouw nemen zou dit willen zeggen dat de Israëlieten reeds in slavernij zouden geweest zijn onder de regering van Thoetmoses II . Er is echter geen enkele bron die dit bevestigd .

Wat meer is :

+ De 18e dynastie regeerde vanuit THEBE : dit is een goeie 500 km verwijderd van de

voorraadsteden Pithom en Raämses . (hoe konden Mozes en Aäron dan zo vlot bij Farao

geraken ? )

+ Er is geen noemenswaardige bouwactiviteit bekend van deze dynastie in de delta regio .

+ Onder de regering van THOETMOSES III (1458-1426) had Egypte zijn grenzen weten te

verleggen tot aan de Eufraat . Zijn opvolgers controleerden zeker nog voor 150 jaar en groot

gedeelte van Palestina . En zoals ik al zei in mijn vorige bijdrage :

“Na de uittocht is Egypte volledig geruïneerd : zowel economisch (de eerste negen plagen), sociaal (de tiende plaag) als militair (volledige vernietiging van het Egyptische leger in de schelfzee)†.
Hoe ga je dat gaan rijmen met het feit dat de opvolgers van THOETMOSES III een groot gedeelte van Palestina controleerden ?

+ Het boek Richteren vertelt ons menige onderdrukking door volkeren uit Kanaän, maar

Egypte wordt nooit vermeld .

Ten slotte :

De mummie van AMENHOTEP II is teruggevonden, terwijl de bijbel duidelijk stelt dat de farao die de Israëlieten achtervolgden omgekomen is in de schelfzee . Victor Loret heeft de mummie van Amenhotep II gevonden in het dal der koningen in 1898 . (bron: Wikipedia)

Mijn conclusie : De uittocht uit Egypte, zoals verteld in het boek Exodus, kan onmogelijk plaats gevonden hebben gedurende de 18e dynastie .

--------------------------------------------------------------------------------------------

Link naar bericht
Deel via andere websites
Eerst en vooral wat betreft de Septuaginta vertaling :

De Septuaginta een vertaling is van de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst . Als beide teksten vergeleken worden vindt men nogal wat verschillen . Meestal wordt de Hebreeuwse tekst de betrouwbaarste beschouwd .

Dat u hier de Septuaginta aanhaalt omdat die datering nu eenmaal past in uw redenering dan de Hebreeuwse tekst, lijkt me dan ook eerder opportunistisch .

Dat de Septuagintavertaling minder betrouwbaar is, is een misvatting. Ook de Dode Zeerollen ondersteunen vaak de Septuaginta. Ook heeft de Septuaginta zo nu en dan een vertaling die beter is dan die van de Masoretische Tekst.

Laten we nu eens kijken naar de 18e dynastie in Egypte .

Ik geef twee reeksen data op, (de historici zijn het op dit punt niet eens) laten we de TWEEDE reeks nemen, deze welke u verkiest .

AHMOSE 1550-1525 //// 1539-1514

AMENHOTEP I 1525-1504 //// 1514-1493

THOETMOSES I 1504-1492 //// 1493-1482

THOETMOSES II 1492-1479 //// 1482-1479

HATSJEPSOET 1479-1458 //// 1479-1458

THOETMOSES III 1458-1425 //// 1458-1426

AMENHOTEP II 1428-1397 //// 1426-1400

THOETMOSES IV 1397-1388 //// 1400-1390

AMENHOTEP III 1388-1351 //// 1390-1353

ECHNATON 1351-1334 //// 1353-1336

SMERCHKARE 1337-1333 //// 1335-1332

TOETANCHAMON 1333-1323 //// 1332-1323

EYE 1323-1319 //// 1323-1319

HAREMHAB 1319-1307 //// 1319-1292

De bijbel leert ons dat toen Mozes geboren werd de verdrukking van de Israëlieten reeds op gang was . We weten ook dat Mozes 80 jaar was toen hij de Israëlieten uit Egypte leidde . Als we bovenstaande data in ogenschouw nemen zou dit willen zeggen dat de Israëlieten reeds in slavernij zouden geweest zijn onder de regering van Thoetmoses II . Er is echter geen enkele bron die dit bevestigd .

Sterker nog, waarschijnlijk begon Ahmose met de onderdrukking. Dat we geen tekst vinden waarin letterlijk staat dtat farao's de Israëlieten onderdrukten is niet verwonderlijk: we hebben maar zo'n 10% van alles wat de Egyptenaren geschreven hebben.

Het is echter wel duidelijk dat de 18de-dynastiefarao's Semieten onderdrukten. Zie bijv.:

Echter in inscripties van Thoetmosis III, de vader van Amenhotep II (volgens mij de farao van de uittocht), staat volgens dr. J.H. Breasted, die alle historische teksten van de oude Egyptenaren heeft verzameld, het volgende:
756

The heavier works of the Amon-temple are here

under inspection by Rekhmire. Of particular interest are

the Semitic foreigners, who appear among the brickmakers ,

of the "captivity which his majesty brought for the works

of the temple of Amon." This is, of course, precisely what

was afterward exacted of the Hebrews.

Wat meer is :

+ De 18e dynastie regeerde vanuit THEBE : dit is een goeie 500 km verwijderd van de

voorraadsteden Pithom en Raämses . (hoe konden Mozes en Aäron dan zo vlot bij Farao

geraken ? )

Fout. De officiële hoofdstad was Thebe, maar precies de farao's rond de uittocht, waaronder natuurlijk Amenhotep II, resideerden voornamelijk in Memfis, wat dicht bij Gosen ligt.

+ Er is geen noemenswaardige bouwactiviteit bekend van deze dynastie in de delta regio .

De bouwactiviteit hoeft niet per se in de Delta geweest te zijn. Overigens werd in die tijd Tell el-Dab'a gebouwd, een stad in de Delta, de stad Raämses.

+ Onder de regering van THOETMOSES III (1458-1426) had Egypte zijn grenzen weten te verleggen tot aan de Eufraat . Zijn opvolgers controleerden zeker nog voor 150 jaar en groot

gedeelte van Palestina . En zoals ik al zei in mijn vorige bijdrage :

“Na de uittocht is Egypte volledig geruïneerd : zowel economisch (de eerste negen plagen), sociaal (de tiende plaag) als militair (volledige vernietiging van het Egyptische leger in de schelfzee)†.
Hoe ga je dat gaan rijmen met het feit dat de opvolgers van THOETMOSES III een groot gedeelte van Palestina controleerden ?

Van Amenhotep II tot en met Horemheb was de buitenlandse regering van Egypte uitermate zwak. Dat kunnen we zien door de weinige activiteiten van de Egyptenaren in o.a. de Sinaï.

Thoetmosis IV was een zwakke farao met weinig activiteiten.

+ Het boek Richteren vertelt ons menige onderdrukking door volkeren uit Kanaän, maar

Egypte wordt nooit vermeld .

Heb je Richteren wel eens goed gelezen? Een korte samenvatting van buitenlandse overheersers en uitgebreid over de bevrijdingen.

Ten slotte :

De mummie van AMENHOTEP II is teruggevonden, terwijl de bijbel duidelijk stelt dat de farao die de Israëlieten achtervolgden omgekomen is in de schelfzee . Victor Loret heeft de mummie van Amenhotep II gevonden in het dal der koningen in 1898 . (bron: Wikipedia)

waarschijnlijk opgevist in de buurt van Suez.

Mijn conclusie : De uittocht uit Egypte, zoals verteld in het boek Exodus, kan onmogelijk plaats gevonden hebben gedurende de 18e dynastie .

Ga eens in op mijn positieve bewijsmateriaal.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Student schreef op 16 09 2014 :

Dat de Septuagintavertaling minder betrouwbaar is, is een misvatting. Ook de Dode Zeerollen ondersteunen vaak de Septuaginta. Ook heeft de Septuaginta zo nu en dan een vertaling die beter is dan die van de Masoretische Tekst.

De Septuaginta is sowieso een vertaling van de Hebreeuwse bijbel in het Grieks, begonnen in Alexandrië onder de regering van Ptolomeus Philadelphus (285-246) , ten behoeve van de Joden in de diaspora die de Hebreeuwse taal niet meer kenden .

Een vertaling beter dan het origineel ? Op zijn minst twijfelachtig .

Uiteraard kunnen we niet uitsluiten dat in de kopieën van de originele Hebreeuwse tekst die tot ons gekomen zijn kleine foutjes schuilen die in de exemplaren die de vertalers gebruikten niet aanwezig waren .

Sterker nog, waarschijnlijk begon Ahmose met de onderdrukking. Dat we geen tekst vinden waarin letterlijk staat dtat farao's de Israëlieten onderdrukten is niet verwonderlijk: we hebben maar zo'n 10% van alles wat de Egyptenaren geschreven hebben.

Het is echter wel duidelijk dat de 18de-dynastiefarao's Semieten onderdrukten. Zie bijv.:

756

The heavier works of the Amon-temple are here

under inspection by Rekhmire. Of particular interest are

the Semitic foreigners, who appear among the brickmakers ,

of the "captivity which his majesty brought for the works

of the temple of Amon." This is, of course, precisely what

was afterward exacted of the Hebrews.

Ahmose, de eerste farao van de achttiende dynastie was de broer van Kamose, de laatste farao van de 17e dynastie (1625-1539) . Deze dynastie, waar we bitter weinig over weten, regeerde vanuit Thebe bij de gratie van de Hyksos die uit Avaris regeerden .

De opstand tegen de Hyksos begon ergens rond 1555 onder Farao SENAKHTENRE . Zijn opvolgers SEGENERE TAÄ en KAMOSE brachten de Hyksos steeds meer in het nauw .

Ahmose, de eerste farao van de 18e dynastie slaagde erin hun hoofdstad Avaris in te nemen en de Hyksos uit Egypte te verdrijven .

Velikovsky linkt deze gebeurtenissen aan het verslaan van de Amalakieten (= de Hyksos) door Saul, nadat hij de Kenieten had laten gaan (zie I.Samuël 15) . Persoonlijk denk ik dat hij gelijk heeft . De Kenieten die Saul had laten gaan waren Semieten . Vermoedelijk waren deze mensen die door de 18e dynastie onderdrukt werden .

Fout. De officiële hoofdstad was Thebe, maar precies de farao's rond de uittocht, waaronder natuurlijk Amenhotep II, resideerden voornamelijk in Memfis, wat dicht bij Gosen ligt.

Bron ?

Bij mijn weten hadden alle farao’s van de 18e dynastie Thebe tot hoofdstad, met één uitzondering : Amenhotep IV (=Echnaton) welke Ashetaton (= tell Amarna) tot hoofdstad had .

Van Amenhotep II tot en met Horemheb was de buitenlandse regering van Egypte uitermate zwak. Dat kunnen we zien door de weinige activiteiten van de Egyptenaren in o.a. de Sinaï.

Thoetmosis IV was een zwakke farao met weinig activiteiten.

Hier volgt een stukje uit Wikipedia :

Amenhotep had ook te kampen met nieuwe opstanden in Syrië. Aan het neerslaan daarvan besteedde hij zijn tweede Syrische veldtocht. Die vond plaats in zijn regeringsjaren 7 tot 9. Beide opstanden werden veroorzaakt door verzet in de Syrische gebieden van het Egyptische Rijk, dat waarschijnlijk opgestookt werd door de koning van de Mitanni. In jaar 9 verloor Amenhotep II zijn gezag over het gebied tussen de Orontes en de Eufraat. Na deze campagne ontwikkelden zich geen verdere conflicten tussen Mitanni en Egypte en werd er een informele vrede gehandhaafd tussen Amenhotep en de koning van Mitanni. Daarna legde Amenhotep de nadruk op binnenlandse kwesties, handhaafde de keizerlijke controle van Egypte over Kanaän en wijdde zich aan de handhaving van Egyptes welvaart.

Amenhotep II was niet alleen een vechter maar ook een diplomaat. Hij regelde dat deBabyloniërs en Hettieten vrede met elkaar sloten, in ruil voor de betaling aan Egypte door deze gebieden van een schatting. Toen de vrede verzekerd was richtte de koning veel gebouwen op in Egypte.

Er zijn geleerden die denken dat dit de farao was ten tijde van de exodus, die rond ca. 1401 v.Chr. zou hebben plaatsgevonden.

Het is uiteraard absurd van te beweren dat de exodus, ZOALS DIE IN DE BIJBEL BESCHREVEN IS, dan zou hebben plaats gevonden . (Tussen de gebeurtenissen van de exodus en de regering van David komt in de Bijbel Egypte niet aan bod .)

waarschijnlijk opgevist in de buurt van Suez
. (het lijk van Amenhotep II) .

In mijn ogen een absurde bewering .

-----------------------------------------------------------------------------

Link naar bericht
Deel via andere websites
Student schreef op 16 09 2014 :
Dat de Septuagintavertaling minder betrouwbaar is, is een misvatting. Ook de Dode Zeerollen ondersteunen vaak de Septuaginta. Ook heeft de Septuaginta zo nu en dan een vertaling die beter is dan die van de Masoretische Tekst.

De Septuaginta is sowieso een vertaling van de Hebreeuwse bijbel in het Grieks, begonnen in Alexandrië onder de regering van Ptolomeus Philadelphus (285-246) , ten behoeve van de Joden in de diaspora die de Hebreeuwse taal niet meer kenden .

Een vertaling beter dan het origineel ? Op zijn minst twijfelachtig .

Uiteraard kunnen we niet uitsluiten dat in de kopieën van de originele Hebreeuwse tekst die tot ons gekomen zijn kleine foutjes schuilen die in de exemplaren die de vertalers gebruikten niet aanwezig waren .

De vertaling is opzich natuurlijk niet beter. Maar het is heel goed mogelijk dat de Septuagintavertalers betere handschriften gebruikten dan die van de Masoreten.

Sterker nog, waarschijnlijk begon Ahmose met de onderdrukking. Dat we geen tekst vinden waarin letterlijk staat dtat farao's de Israëlieten onderdrukten is niet verwonderlijk: we hebben maar zo'n 10% van alles wat de Egyptenaren geschreven hebben.

Het is echter wel duidelijk dat de 18de-dynastiefarao's Semieten onderdrukten. Zie bijv.:

756

The heavier works of the Amon-temple are here

under inspection by Rekhmire. Of particular interest are

the Semitic foreigners, who appear among the brickmakers ,

of the "captivity which his majesty brought for the works

of the temple of Amon." This is, of course, precisely what

was afterward exacted of the Hebrews.

Ahmose, de eerste farao van de achttiende dynastie was de broer van Kamose, de laatste farao van de 17e dynastie (1625-1539) . Deze dynastie, waar we bitter weinig over weten, regeerde vanuit Thebe bij de gratie van de Hyksos die uit Avaris regeerden .

De opstand tegen de Hyksos begon ergens rond 1555 onder Farao SENAKHTENRE . Zijn opvolgers SEGENERE TAÄ en KAMOSE brachten de Hyksos steeds meer in het nauw .

Ahmose, de eerste farao van de 18e dynastie slaagde erin hun hoofdstad Avaris in te nemen en de Hyksos uit Egypte te verdrijven .

Velikovsky linkt deze gebeurtenissen aan het verslaan van de Amalakieten (= de Hyksos) door Saul, nadat hij de Kenieten had laten gaan (zie I.Samuël 15) . Persoonlijk denk ik dat hij gelijk heeft . De Kenieten die Saul had laten gaan waren Semieten . Vermoedelijk waren deze mensen die door de 18e dynastie onderdrukt werden .

Dat de oorlog tussen Saul en de Amalekieten dezelfde is als die van Ahmose/Kamose en de Hyksos heeft weinig bewijsmateriaal. Dat de Egyptenaren een buitenlandse hulpmacht niet zouden vermelden, kan ik nog wel geloven, maar dat de Bijbel een aanval van de Egyptenaren achterwege laat is niet erg waarschijnlijk.

De onderdrukking van Semieten tijdens de 18de dynastie gebeurde pas na de verdrijving van de Hyksos, dus de Kenieten kunnen daar weinig mee te maken hebben.

Fout. De officiële hoofdstad was Thebe, maar precies de farao's rond de uittocht, waaronder natuurlijk Amenhotep II, resideerden voornamelijk in Memfis, wat dicht bij Gosen ligt.

Bron ?

Bij mijn weten hadden alle farao’s van de 18e dynastie Thebe tot hoofdstad, met één uitzondering : Amenhotep IV (=Echnaton) welke Ashetaton (= tell Amarna) tot hoofdstad had .

Drs. J.G. van der Land, in: 'Van Abraham tot David', schrijft:

'vroeger werd verondersteld dat de farao's van de 18de dynastie resideerden in Thebe, in Zuid-Egypte, en daar meestal verbleven, zodat de Uittocht niet tijdens de 18e dynastie plaatsgevonden kan hebben. Dit bleek onjuist te zijn. Alleen de eerste koningen van de 18e dynastie resideerden voortdurend in Thebe. De meeste farao's van deze dynastie brachten het grootste deel van hun leven in Memphis door. Van verscheidene farao’s van deze dynastie, zoals Thoetmoses II en Amenhotep II, is bekend dat ze een groot deel van het jaar in Memphis –ongeveer 30 km ten zuiden van de delta – verbleven. Ook in Memphis stond een koninklijk paleis.'

Van Amenhotep II tot en met Horemheb was de buitenlandse regering van Egypte uitermate zwak. Dat kunnen we zien door de weinige activiteiten van de Egyptenaren in o.a. de Sinaï.

Thoetmosis IV was een zwakke farao met weinig activiteiten.

Hier volgt een stukje uit Wikipedia :

Amenhotep had ook te kampen met nieuwe opstanden in Syrië. Aan het neerslaan daarvan besteedde hij zijn tweede Syrische veldtocht. Die vond plaats in zijn regeringsjaren 7 tot 9. Beide opstanden werden veroorzaakt door verzet in de Syrische gebieden van het Egyptische Rijk, dat waarschijnlijk opgestookt werd door de koning van de Mitanni. In jaar 9 verloor Amenhotep II zijn gezag over het gebied tussen de Orontes en de Eufraat. Na deze campagne ontwikkelden zich geen verdere conflicten tussen Mitanni en Egypte en werd er een informele vrede gehandhaafd tussen Amenhotep en de koning van Mitanni. Daarna legde Amenhotep de nadruk op binnenlandse kwesties, handhaafde de keizerlijke controle van Egypte over Kanaän en wijdde zich aan de handhaving van Egyptes welvaart.

Amenhotep II was niet alleen een vechter maar ook een diplomaat. Hij regelde dat deBabyloniërs en Hettieten vrede met elkaar sloten, in ruil voor de betaling aan Egypte door deze gebieden van een schatting. Toen de vrede verzekerd was richtte de koning veel gebouwen op in Egypte.

Er zijn geleerden die denken dat dit de farao was ten tijde van de exodus, die rond ca. 1401 v.Chr. zou hebben plaatsgevonden.

Het is uiteraard absurd van te beweren dat de exodus, ZOALS DIE IN DE BIJBEL BESCHREVEN IS, dan zou hebben plaats gevonden . (Tussen de gebeurtenissen van de exodus en de regering van David komt in de Bijbel Egypte niet aan bod .)

Die veldtochten waren omdat Kanaän steeds onafhankelijker werd. Maar inderdaad, Amenhotep II wist zijn macht nog wel te handhaven, maar tijdens de intocht was er weinig buitenlandse politiek in Egypte. Dat weten we doordat alleen in die periode (1400-1300 v. C.) de turkooismijnen in de Sinaï niet in gebruik waren. De rest van de hele 18de en 19de dynastie wel (in de laatste echter ook een uitzondering).

waarschijnlijk opgevist in de buurt van Suez
. (het lijk van Amenhotep II) .

In mijn ogen een absurde bewering .

Lijkt me niet. De Golf van Suez is niet breed en dicht bij Egypte, dus kunnen Egyptenaren het lijk gevonden hebben en daarna gebalsemd.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Bs'd

Werelden in botsing

Door Chaim Eliav

Vertaald in het nederlands door Thea, de dochter van Noach

Dit artikel is gepubliceerd in Mishpacha op 20 april 2005

Als oprecht gelovige joden hebben we geen wetenschappelijk bewijs nodig om ons geloof te rechtvaardigen. Ons erfgoed is een levend geloof en het is doorgegeven met verbazingwekkende getrouwheid en consistentie van geslacht tot geslacht zonder enige onderbreking.

Zoals Rabbi Yehuda HaLevi schreef: directe overlevering is gelijkwaardig aan het aanschouwen met eigen ogen. Er is geen essentieel verschil tussen iemand die getuige is van een gebeurtenis en iemand die, generaties later, een exacte kopie hoort van het gebeuren, die via zijn voorouders is doorgegeven, mits de ketting van doorgevers nooit is doorbroken.

Ons geloof in de Torah is absoluut en geen archeologische vondst of wetenschappelijke studie heeft de mogelijkheid dat rotsvaste geloof te ondermijnen.

Toch hebben we gedurende de laatste generaties het fenomeen van ontkenners meegemaakt; er zijn ontkenners van de holocaust, zelfs al zijn er slachtoffers vandaag de dag nog in leven.

Er zijn mensen die het bestaansrecht van de staat Israëlâ€ontkennen, de “nieuwe geschiedschrijversâ€, synoniem voor “de leugenaarsâ€.

Er zijn mensen, die plotseling het feit ontkennen dat het Joodse volk ooit in Israël geleefd heeft. Ze claimen dat geen enkele historische gebeurtenis dat feit onderschrijft. In moderne taal worden deze mensen vaak “professorsâ€genoemd.

In dat licht gezien is het geen wonder dat er mensen zijn die de uittocht uit Egypte ontkennen.

Ik kwam in aanraking met de wereld van uittocht-ontkenners in 1978 toen ik een column schreef voor seculiere krant Ma’ariv. Mijn column, die elke week verscheen, werd geplaatst onder de titel “Ken uw Judaïsme†onder redactie van mijn rabbi’s. Ter ere van de naderende Pesach, focuste ik op de verbazingwekkende vondst van professor Emanuël Velikovsky aangaande de uittocht uit Egypte. In de column gebruikte ik voor mijn wetenschappelijke lezers potentieel provocatieve teksten, in de hoop dat ze de Exodus serieuzer en met meer respect zouden benaderen. De uittocht uit Egypte is de hoeksteen van ons geloof en de sleutel voor de beschouwingen in de Torah. En ik had gelijk: de column had een breed scala van reacties tot gevolg.

In die tijd wist ik niets over professor Velikovsky. Later ontdekte ik dat hij destijds in de Verenigde Staten woonde, in de universiteitsstad Princeton, New Yersey, vlak bij de beroemde Albert Einstein. Ik had zijn verbazingwekkende bevindingen in één van zijn boeken ontdekt en ik was geboeid door hetgeen ik las.

Toen mijn column eenmaal gepubliceerd was, dacht ik dat ik de zaak verder zou kunnen laten rusten. Maar in werkelijkheid werd die Pesach juist het begin van het verhaal. Het begon in de dagen van Pesach, met een aanval via de radio. Twee radiozenders op Kol Israël werden gewijd aan het onderwerp van Velikovsky. Beide zenders interviewden geleerden die de spot dreven met de man die ik nog nooit had ontmoet, en gaven hem alle mogelijke bijnamen: charlatan, goochelaar, geldjager, dwingeland, onwetende, manipulator, stommerd, en wie weet wat nog meer. Natuurlijk noemde geen van de zenders wat nu precies de geleerden zo op stang had gejaagd, namelijk dat de genoemde heer was verschenen in de religieuze column van Ma’ariv.

Ik luisterde naar beide programma’s en mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld. Ik merkte dat er iets interessants verborgen lag in het verhaal van Velikovsky, maar was niet zeker wat het was. De felle kritiek wees erop dat de man het waarschijnlijk bij het rechte eind had. Anders hadden de beide mannen niet zoveel energie en verbaal vuurwerk verspild aan een onderwerp dat zij als belachelijk zagen.

Ik begon te lezen en te onderzoeken. Ik bezocht het huis van Velikovsky’s dochter in Haifa. Ik ontdekte een onderwerp wat gewoonweg fascinerend was. Ik kreeg toegang tot zijn boeken en een megahoeveelheid publicaties, nog steeds aangevuld tot aan de huidige dag, meer dan 50 jaar nadat hij de wereld schokte met zijn revolutionaire theorieën. Een andere ontdekking die ik deed was het minder bekende, lelijke aangezicht van de amerikaanse upper-class, die vermaard is om het promoten van vrijheid van meningsuiting, onderzoek, en het recht te twijfelen aan de mening van je collega’s.

Maar toen het op Velikovsky’s zaak aankwam, bleek dat al die idealen voor bepaalde wetenschappers slechts opgingen wanneer ze gebaseerd waren op hun bestaand geloof. Zo niet, dan noemen ze je een vervalser van de feiten en de wetenschappelijke maffia zal dan allerlei dubieuze manieren gebruiken om je tot zwijgen te brengen, zoals boycots en afpersing, zelfs het verspreiden van leugens. Er was een wetenschapper, die door de Velikovsky-affaire herinnerd werd aan Gallileo’s vervolging door de katholieke kerk. Wetenschappers waren van mening dat zaken als vervolging thuishoorden in de donkere tijd van de middeleeuwen, evenals censuur van wetenschappelijke uitgaven, en het kleingeestige voorkomen van de vooruitgang van de wetenschap, maar hier gedroegen zich Amerikaanse wetenschappers op dezelfde manier tegenover Velikovsky, met dezelfde verdorvenheid, kleingeestigheid en middeleeuwse opvattingen. Het is gewoon verbazingwekkend te zien hoe de Amerikaanse wetenschappers zich op hem stortten toen hij in 1950 zijn boek probeerde te publiceren.

Wie was Velikovsky en waarom veroorzaakten zijn ideeën zo’n ontzettende weerstand bij de Amerikaanse wetenschap?

Overeenkomsten in een papyrus

Om de reactie van de buitenwereld te begrijpen, moeten we precies begrijpen wat professor Immanuël Velikovsky, Rus van geboorte en psychiater, dwarszat. Om de een of andere reden was hij bij zijn dagelijkse routineonderzoek op de gedachte gekomen: â€Hoe kan het toch, dat het verhaal van de uittocht uit Egypte, dat zo’n belangrijke plaats inneemt in de Torah en in de beschouwelijke leer, en verwoord wordt in “het Lied van Deborah†en in de Psalmen, een geweldige gebeurtenis die diepe indruk heeft nagelaten bij het Joodse volk en bij de aangrenzende niet-Joden, zoals beschreven is in het lied van de zee, hoe is het mogelijk dat een gebeurtenis van die omvang, nergens is verschenen in publicaties van buurlanden uit die periode, noch in de geschiedenis van Egypte, dat toch als eerste natie getroffen werd, hoe is dat toch mogelijk?†vroeg hij zich af.

Bestaan er niet ontelbare schriftelijke verslagen uit die tijd? Hoe kon het dat er geen woord was verschenen over de uittocht uit Egypte? Het was toch zeker een zeer belangrijk gebeuren (terzijde: bij gebrek aan historische beschrijvingen zijn er veel Joodse en niet-Joodse historici die de authenticiteit van het verhaal ontkennen).

Immanuël Velikovsky was niet religieus. Toch geloofde hij in de authenticiteit van de bijbel. En dus, in tegenstelling tot de geleerden uit zijn tijd, besloot hij een oplossing voor het raadsel te vinden.

Juist in dat jaar, 1939, ging hij naar de Verenigde Staten vanwege een verlofjaar. Daar spitte hij zich door bibliotheken heen op zoek naar iets wat hem in staat zou stellen het raadsel op te lossen. En hij had succes, in een New Yorkse bibliotheek vond hij de vertaling van een egyptische boekrol, die werd bewaard in een museum in Leiden (Holland). Het werd de Ipuwer Boekrol genoemd en was het onderwerp van mijn column meer dan 20 jaar geleden.

Deze boekrol geeft inderdaad het gevoel dat het een Egyptische beschrijving van de 10 plagen is. In het bijgevoegde kader kan men de overeenkomsten zien tussen de beschrijving in de torah en de klaagzang van de egyptische priester Ipuwer. Zie de beschrijving van de tiende Plaag in de Torah: “En er was bloed in het gehele land Egypte†en wat Ipuwer zag: â€Een plaag teistert Egypte, het land is overdekt met bloedâ€.

Fascinerend, in de laatste alinea is de beschrijving van de rookkolom die aan het Joodse kamp voorafging: “en God ging voor hen uit, gehuld in een vuurkolom ……….om hun de weg te wijzenâ€. De Egyptenaren namen dit fascinerende schouwspel waar, maar interpreteerden het verkeerd: "Gezien de vuurkolom hoog opgericht is, is zijn vuurkracht gericht tegen de vijanden van het landâ€.

De overeenkomst hier afgedrukt is slechts een gedeelte van de overeenkomsten tussen de beschrijvingen in de torah en de boekrol. De overeenkomst tussen de egyptische plagen en de uittocht is zonneklaar.

Ik geef toe dat, toen ik voor het eerst de vertaling van de boekrol las, ik erg ontroerd was. Het was niet zo dat ik naar een excuus zocht voor de uittocht uit Egypte, de hemel verhoede dat. Ik geloof de beschrijving in de Torah volkomen. Maar het was interessant om te lezen hoe de gebeurtenissen waren ervaren door een vreemdeling, speciaal door een Egyptisch slachtoffer.

Klaarblijkelijk was Velikovsky ook erg opgewonden, zoals hij later beschreef in 1 van zijn boeken. Hij had een bewijs van buitenaf gevonden voor de uittocht uit Egypte, het bewijs waarnaar hij gezocht had. De Egyptenaren hadden het genoemd. Maar hij had nog steeds niets in handen om aan de wetenschap en het wijdere publiek te tonen. Veliskovski, die de wetenschappers die niet in de uittocht geloofden, wilde overtuigen van zijn gelijk en dat de historische gebeurtenis was genoemd in de Torah, had eerst nog twee problemen op te lossen.

Het eerste probleem was, dat volgens het gebruikelijke Egyptische dateringssysteem, de Ipuwer boekrol behoorde tot een eerder tijdvak 600 jaar vóór de uittocht uit Egypte. Het was onmogelijk dat de Egyptische schrijver een gebeurtenis kon noemen die pas 600 jaar later zou plaatsvinden.

Het tweede probleem was dat de Egyptische Plaag niet verklaard kon worden volgens natuurkundige wetten.

Het was duidelijk dat de atheïstische geleerden nooit het gebeuren van een wonder zouden accepteren. Maar omdat het wonder was geschied in de fysieke realiteit van die wereld, was het duidelijk dat er fysieke veranderingen hadden plaatsgevonden. De Nijl was veranderd in bloed en hagel had bomen geveld. Velikovsky wilde weten wat de rampen, beschreven in de torah en in de egyptische boekrol, had veroorzaakt. Als hij een aanvaardbare natuurkundige verklaring voor de oorzaak van de egyptische plagen kon vinden (zonder te concluderen of een Goddelijk ingrijpen er de oorzaak van was of niet), en dat ook kon bewijzen, zouden de wetenschappers hem gelijk moeten geven, of ze wilden of niet.

In feite waren de oplossingen die Velikovsky voor deze gebeurtenissen voorstelde, een totale ommekeer in de wetenschappelijke theorieën van die tijd. Een ommekeer die tegenstand bood aan de aanvaarde wetenschappelijke bevindingen in 1950.

Het feit dat Velikovsky zo’n tegenstand ondervond, dat een waar dictatorschap hem trachtte de mond te snoeren door hem te boycotten en te verbannen, gaf wel aan, dat de wetenschap zijn bevindingen niet eenvoudig zou afdoen met een alledaags, arrogant “nonsensâ€.

600 jaar en een uittocht daarvoor in de plaats vinden

Velikovsky loste het chronologische probleem op met een eenvoudige procedure. Na het onderwerp van alle kanten te hebben bekeken, kwam hij tot de conclusie dat de tijdsduur van de egyptische geschiedenis overschat moest zijn, en dat het uiteindelijk korter was dan de historici hadden vermoed.

Zelfs Egyptologen geven toe dat de chronologie niet helemaal betrouwbaar is. Dit in tegenstelling tot de Tanach (Oude Testament), welke verbazingwekkend precies is.

Volgens de Tanach kunnen we de uittocht uit Egypte exact dateren. Wat deed Velikovsky nu? Bij wijze van experiment schrapte hij de 600 jaar uit de egyptische geschiedenis en zette de Ipuwer papyrus in dezelfde periode als de uittocht uit Egypte. En dat is waar het wezenlijk verbazingwekkende gebeurde. Op het moment dat hij de 600 jaar verschil wiste, zag Velikovsky een fascinerende overeenkomst tussen de Egyptische boekrol en de Tanach.

Het was een overeenkomst die de eerste 1000 jaar continueerde tot de verwoesting van de eerste tempel. De Egyptische geschriften beschreven vele belangrijke gebeurtenissen die plaatsvonden gedurende de periode van de regering van de koningen en profeten. Plotseling werd duidelijk wie de Amelekieten waren. De historische geschriften noemden de Koningin van Sheba, beschreven de koninklijkheid van Salomo en maakten gewag van de grote vrouw die in Shuman leefde tijdens de regering van koning Ahab. De Egyptenaren beschreven zelfs hoe de indianen in Amerika reageerden nadat de zon weigerde op te komen nadat hij was stopgezet door Jehoshua in Givon. Er waren veel van zulke verhelderende geschiedenissen.

Velikovsky’s uitgebreide pogingen tot reconstructie de geschiedenis van de antieke volkeren door aanpassing van de 600 jaar verschil was de aanleiding tot het ontstaan van zijn serie “Eeuwen in Chaosâ€. Het belangrijkste was echter dat duidelijk werd dat het Joodse volk van groot belang was in die tijd, stilzwijgend geaccepteerd door de meeste aanvaarde tekstboeken.

Zo loste Velikovsky het eerste probleem op.

Wat betreft het tweede probleem, wat er precies gebeurde op natuurkundig gebied toen de plagen Egypte troffen, wat leidde tot de ineenstorting van de egyptische monarchie, kwam Velikovsky tot een andere opzienbarende oplossing. Na alle mythen van die tijd onderzocht te hebben, realiseerde Velikovsky zich dat de plagen geen lokale gebeurtenis waren, maar van een dergelijke omvang waren dat zij een mondiaal karakter hadden. (en de torah-geleerden leren ons dat toen het water van de Rode Zee gescheiden werd, alle wateren in de wereld gescheiden werden).

Ter vergelijking: de midras schrijft dat de geleerden der volkeren naar Bilaam kwamen om hem te vragen of God misschien weer een zondvloed over de wereld zou laten komen. Bilaam antwoordde dat God beloofd had niet weer een zondvloed over de wereld te laten komen. De wijzen zeiden: “Misschien niet een watervloed, maar een van vuur?†Bilaam zei: â€Nee, God geeft nu de torah aan Zijn volk Israël." Klaarblijkelijk worden de gevolgen van een bepaalde natuurkundige gebeurtenis door de volkeren der aarde waargenomen. Als dat het geval is, zullen ze zeker hun angsten te boek stellen. En inderdaad vond Velikovsky in oude geschriften een overvloed aan mythen en verhalen, zowel als duidelijke historische waarnemingen uit velerlei onafhankelijke bronnen, die hem in staat stelden te reconstrueren wat er was gebeurd toen die rampen plaatsvonden. En het complete plaatje komt overeen met het verhaal in de torah.

Velikovsky kwam tot de conclusie dat zijn eerdere aannames nu bewezen feiten waren. Toen hij daar eenmaal zeker van was, ging hij aan de slag om een natuurkundig bewijs voor zijn theorie te vinden. Hij wijdde zichzelf aan een uitgebreide studie van onder andere astronomie, geologie, paleontologie, natuurkunde, scheikunde en radioactieve datering. Zijn indrukwekkende conclusie was een uitgebreide reconstructie van gebeurtenissen die duizenden jaren geleden hadden plaatsgevonden. Velikovsky’s belangrijkste bevinding was dat de wereld getuige was geweest van een reeks natuurrampen die ontstonden door beïnvloeding van hemellichamen.

Deze rampen waren duidelijk waargenomen door de oude volkeren en veroorzaakten plotselinge veranderingen in de gehele oude geschiedenis. Dit artikel is niet de juiste plaats om uit te wijden over Velikovsky’s bevindingen. Daarvoor in de plaats wil ik zijn conclusie in een paar zinnen samenvatten: De aard van deze catastrofale gebeurtenissen en de gevolgen daarvan, zoals beschreven in historische werken was dat de gebeurtenis die ten grondslag lag aan het geweld en de aarde had doen schudden was gelegen in de vurige afsplitsing van de planeet Venus van de planeet Jupiter. Na haar afsplitsing en voordat ze in haar huidige baan wentelde, was Venus diverse malen dicht bij de aarde gekomen en elke keer veroorzaakte dat enorme schade.

Het is van belang op te merken dat Velikovsky concludeerde dat de ruimte geen leeg vacuüm is, waarin zich alleen hemellichamen bevinden die zich uitsluitend bewegen volgens de gravitatiewetten en Newtons natuurkundige formules, maar dat er ook lichamen zijn en electromagnetische deeltjes die uitgebreide magnetische velden vormen en de mogelijkheid tot sterke degeneratie. Eerlijk gezegd ligt het niet in mijn bedoeling met dit artikel de waarschijnlijkheid van zijn theorie te bewijzen. Ik ben geen wetenschapper, noch heb ik behoefte aan enig wetenschappelijk onderzoek om mijn geloof in de uittocht te rechtvaardigen. En Velikovsky, in zijn dwangmatige zoektocht om alles te verklaren in wetenschappelijke termen aanvaardbaar voor de gemeenschap van wetenschappers, trok eveneens conclusies, die wij gelovigen niet kunnen accepteren en die totaal overbodig zijn om zijn fantastische theorie te ondersteunen.

In een telefonisch gesprek met hem gaf hij toestemming dat een zekere rabbi uit Jeruzalem, die hij bij name noemde, zijn bevindingen zou onderzoeken in het geval ze in het Hebreeuws vertaald zouden worden. Mijn belangrijkste item is de hysterische reactie van de wetenschappers op zijn poging de Tanach uit puur natuurkundig oogpunt te verklaren.

De grote strijd begint

In 1950 zagen de meeste historici en sterrenkundigen Velikovsky’s voorspellingen en conclusies als nonsens. Maar waar de meeste goede wetenschappers de bereidheid hebben een publicatie van een theorie te accepteren, ook als hij nog niet wetenschappelijk bewezen is, was dit niet wat er gebeurde met Velikovsky. Zijn boek “Werelden in botsing†werd het doelpunt van krachtige aanvallen, zelfs voordat het ter perse ging. De aanval werd ingezet door Dr. Harlow Shapley, een beroemd sterrenkundige die destijds als directeur aan het Observatorium van de Harvard Universiteit verbonden was. Velikovsky ontmoette Shapley in het voorjaar van 1946 en deed verslag van de uiteenlopende vertakkingen van zijn uitgebreide en uitputtende onderzoek wat betreft de antieke geschriften. Hij vroeg of Shapley er mee instemde het manuscript te lezen, waar hij al zes jaar mee bezig was en of hij bereid was wat onderzoek te doen om zijn theorie te vereffiëren. Shapley, die destijds onder grote druk stond, weigerde. Hoewel hij beloofde dat hij het manuscript zou laten lezen door een bekende wetenschapper, die hij persoonlijk kende. Wanneer die het goedkeurde dan zou hij de tijd vinden het te lezen en hij of een collega zouden de gevraagde onderzoeken uitvoeren.

Dr. Horace Kallen, een bekend geleerde en mede-oprichter van de Nieuwe School voor Sociaalwetenschappelijk Onderzoek in New York las Velikovsky’s werk. Diep onder de indruk schreef hij Shapley en vroeg hem zo snel mogelijk met het onderzoek te beginnen, zeggende dat als de theorie op waarheid bleek te berusten, “ niet alleen sterrenkunde en geschiedenis, maar ook een groot deel van de antropologische en sociale wetenschappen herzien zullen moeten worden wat betreft inhoud en uitleg.

Toen Shapley hoorde dat Velikovsky’s werk twijfel deed ontstaan aan de stabiliteit van het zonnestelsel, antwoordde hij slechts met: “ Als Velikovsky gelijk heeft, dan zijn wij allemaal gekâ€.

En dat was niet alles, kort nadat het boek gedrukt was, vroeg een studente aan Shapley of ze haar eindpresentatie op het boek mocht baseren. Hij weigerde, zeggende dat Velikovsky was een leugenaar en een vervalser was. Toen ze vroeg of hij het boek had gelezen, kwam Shapley met het volgende wetenschappelijke antwoord:†Ik heb het niet gelezen en ik ben ook niet van plan het te lezen omdat hij een leugenaar en een vervalser isâ€. Het was zo simpel als dat. Toen het over Velikovsky ging was het beroemde Amerikaanse “voordeel van de twijfel†om de een of andere reden verdwenen.

Aan het begin van 1950, toen de Macmillan uitgeverij aankondigde Velikovsky’s “Werelden in botsing†te gaan publiceren, probeerde Shapley te voorkomen dat het werk ter perse zou gaan. Hij dreigde zijn overeenkomst met de uitgeverij op te zeggen, terwijl de uitgeverij voor een groot gedeelte van zijn omzet afhankelijk was van studieboeken.

In wat leek op een georganiseerde boycot, kwam een stroom van brieven naar het Macmillan kantoor van wetenschappers, auteurs en professoren, die allemaal gebruik maakten van de studieboeken van Shapley voor hun cursussen. De brieven waarschuwden de uitgeverij af te zien van publicatie van Velikovsky’s boeken. Maar toen was het drukken van het boek al begonnen. Geconfronteerd met een moeilijk dilemma kondigde de uitgeverij akkoord te gaan met een last-minute beoordeling van het boek door drie bekende wetenschappers.

Toen twee van de drie akkoord gingen met publicatie, ging het drukken door en het boek verscheen in april dat jaar in de boekwinkels.

Toen brak de storm los.

Velen zagen de logica in Velikovsky’s ideeën en ondersteunden zijn recht die te uiten. Gordon A. Atwater, curator van het Hayden Museum voor Natuurhistorie in New York wordt genoemd in het begin van Hurton Ulstler’s column in Readers Digest en geciteerd: “De theorieën van Dr. Velikovsky zijn uniek en zouden moeten worden gepresenteerd aan de moderne wetenschap zodat alles in detail kan worden onderzocht."

Atwater was zo gegrepen door Velikovsky’s werk dat hij in het planetarium de theorie van “werelden in botsing†visualiseerde. Daarbij schreef hij een hoofdartikel voor het weekblad “Weekly†waar hij de lezers aanried Velikovsky’s werk onbevooroordeeld te beschouwen.

De nacht voordat “Weekly†werd uitgegeven werd Awater gevraagd af te treden van zijn positie bij het planetarium.

Korte tijd later ontsloeg Macmillan de redacteur die het contract voor het boek ondertekend had. Er werd druk uitgeoefend op Macmillan om de uitgave van “Werelden in Botsing†stop te zetten. Acht weken later kwam het boek op de planken. Macmillan sluisde de rechten door naar Doubleday, een uitgever gespecialiseerd in niet-wetenschappelijke lectuur. Dat was een ongehoorde stap in het publiceren van boeken, vooral op dat moment, gezien “Werelden in Botsing†aan de top van de bestsellerlijst van non-fictie werken stond.

Het eerste verzet tegen Velikovsky’s ideeën was zo agressief dat commentatoren moesten denken aan Gallileo’s veroordeling door de inquisitie. Blijkbaar kon de wetenschap niet verdragen dat de bijbel wel eens op waarheid zou kunnen berusten. En dus werd Velikovsky doodverklaard voor meerdere jaren, zelfs al waren zijn boeken bestsellers. De wetenschappers bespotten en vernederden hem en hij werd genegeerd en geïsoleerd gedurende vele jaren. Al zijn verzoeken de teksten die hij publiceerde wetenschappelijk te onderzoeken, werden geweigerd of zelfs ronduit genegeerd. Achteraf gezien is het eenvoudig vast te stellen dat hij vervolgd werd omdat hij de wetenschap ertoe wilde dwingen de authenticiteit van de torah te accepteren. Dat verklaarde een wetenschapper vele jaren nadat de boeken werden gepubliceerd: "Hij zou het Velikovsky nooit zou vergeven dat hij ervoor had gezorgd dat zoveel Joden en Christenen weer in de bijbel waren gaan geloven." Een Australische, niet-Joodse, wetenschapper, een aanhanger van het feit dat hemellichamen aan storingen onderhevig waren gedurende recente historische periodes, vertelde dat, wanneer hij lezingen gaf over Velikovsky’s werk, er altijd hevig werd geapplaudiseerd. Maar op het moment dat men begreep dat dit inhield dat deze theorieën de waarheid van de uittocht uit Egypte, zoals verteld in de Torah, ondersteunden, ontmoette hij altijd felle vijandschap en tegenstand.

Veronderstelling wordt feit

Maar spoedig kwam het grote moment voor Velikovsky. De wereld der wetenschap die hem meedogenloos veracht en vervolgd had, werd als bij donderslag getuige van het onmogelijke: zijn voorspellingen begonnen uit te komen. Van toen af tot vandaag aan toe zijn er nieuwe bevindingen naar voren gebracht, met behulp van radio-telescopische observaties en ruimtereizen, die geloofwaardigheid gaven aan tal van zijn stellingen en voorspellingen. Voor zover als ik me kan herinneren waren er 78 stellingen die wetenschappelijk werden bewezen door observaties. Dr. Lionel Rubinoff, een professor in de filosofie, verbonden aan de Trent universiteit in Ontario, vatte het als volgt samen: “Velikovsky begint met mythen en verhalen, ontwikkelt een hypothese en vult die dan aan met een uitleg van natuurkundige verschijnselen. Het is ongelooflijk, want nu verschijnen er uiteindelijk de resultaten van onderzoeken en testen, die zijn hypothese onderschrijven.â€

In feite zijn de bewijzen letterlijk verbazingwekkend, ik zal er een paar noemen:

1- De eerste conclusie van Veliskvsky, dat Venus zich had afgescheiden van Jupiter, was ontvangen met spot en hoon. Volgens de heersende sterrenkundige hypotheses ontstaan planeten voorbij het zonnestelsel in een reusachtige ruimte van cosmische stof. Tien jaar na de publicatie van “Werelden in Botsing†, bewees R.A. Littleton, de beroemde Engelse ruimtedeskundige wiskundig dat zowel Venus als de bijbehorende planeten zich van Jupiter hadden afgescheiden, hoewel het in zijn opinie veel eerder was gebeurd. In 1974 werd door de verzamelde gegevens van de ruimteshuttle Mariner 10 bewezen dat de hypothese waar was. “Onregelmatige afstanden schuin achter een planeet wijzen op het bestaan van een staart, hetgeen doet denken aan een komeetâ€, aldus de bemanning die de gegevens van de Mariner 10 analyseerde.

Dit betekent dat Velikovsky’s berekeningen juist waren.

2- Velikovsky beweerde dat Venus brandde met intense hitte gedurende specifieke historische tijdsgewrichten. In 1950 geloofden de meeste geleerden dat de atmosfeer rond de planeet Venus slechts enkele graden hoger was dan die van de nabijgelegen planeet Aarde, zeker niet hoger dan het kookpunt van water. In contrast hiermee veronderstelde Velikovsky dat, hoewel de afscheiding verscheidene duizenden jaren geleden had plaatsgevonden, de planeet toch veel heter zou zijn dan de Aarde. In 1962, toen de Mariner 11 Venus passeerde, werd er een temperatuur geregistreerd van 800 graden Fahrenheit, 299 graden hoger dan het kookpunt van lood. Gedurende latere, meer nauwkeuriger waarnemingen werden temperaturen van 900 graden Fahrenheit gemeten. Alweer kreeg Velikovsky gelijk.

3- Een andere conclusie van Velikovsky: Ik zei dat Venus een heel massieve atmosfeer heeft, tegelijkertijd zei mijn tegenstander, Spencer Jones, die mij bekritiseerde dat de atmosfeer van Venus minder compact is dan die van de aarde.

In 1966 was de Russische shuttle Venere 3 volkomen onvoorbereid op de druk die er op uitgeoefend werd, toen het toestel op Venus landde. De shuttle explodeerde in scherven. In feite bleek de atmosfeer op Venus 95 maal dichter dan die van de aarde te zijn. Weer een keer was wetenschappelijk bewezen dat Velikovsky gelijk had.

4- Velikovsky zei dat organische moleculen, bestaande uit koolstof, waterstof en zuurstof op Venus aanwezig waren. Inderdaad ontdekte in februari 1974 de Mariner 10 dat deze drie elementen in de buitenste laag aanwezig waren. Dit gegeven verleende sterke ondersteuning aan Velikovsky’s gezichtspunten.

In 1978 wezen de gegevens van testen met de Pionier Venus shuttle uit dat er inderdaad een aanzienlijk percentage van methaan (koolwaterstof) aanwezig was. Niet alleen dat, de gegevens van de shuttle deden de geleerden versteld staan door de onontkoombare conclusie dat de samenstelling van Venus totaal anders was dan die van de aarde. Het percentage van b.v. de isotoop ergon-36 in de atmosfeer van Venus was vele malen hoger dan die gemeten op de aarde. Ergon-36 is een edelgas, dat niet onderhevig is aan chemische veranderingen en zijn aanwezigheid wordt enkel verklaard als een of andere radioactieve degeneratie.

5- Velikovsky zei dat de ruimte niet geheel leeg is en dat electromagnetisme een belangrijke functie in het zonnestelsel heeft. In feite weerstreefden alle wetenschappers uit de vroege vijftiger jaren die stelling. Onder de tegenstanders bevond zich Albert Einstein, een goede bekende van Velikovsky uit de twintiger jaren. Niettegenstaande het feit dat Einstein met enthousiasme reageerde op verscheidene van Velikovsky’s basisgedachten, was hij sterk gericht tegen de stelling dat electromagnetische velden de ruimte vulden, dat de zon en de planeten geladen lichamen waren en dat electromagnetisme de bewegingen van de ruimtelichamen beïnvloedden.

In juni 1954, toen de beide geleerden vlakbij elkaar in Princeton, New Yersey woonden, stelde Velikovsky voor dat ze samen zijn theorie zouden onderzoeken. Schriftelijk legde hij uit dat de theorie zou blijken correct of ongegrond te zijn aan de hand van de resultaten van een onderzoek naar het feit of Jupiter al dan niet radiogolven afscheidde. Einstein antwoordde in zijn gewoonlijke stijl met aantekeningen in de marge van de documenten, waarbij er eentje die mogelijkheid tegensprak.

Tien maanden later, in het begin van 1955, werden sterrenkundigen van het Carnegy instituut overrompeld toen ze krachtige radiogolven opvingen die van Jupiter afkomstig waren.

En weer had Velikovsky gelijk.

Toen Einstein van de ontwikkelingen hoorde, verklaarde hij met grote nadruk dat hij zijn invloed zou aanwenden om Velikovsky’s theorieën wetenschappelijk te laten onderzoeken. Negen dagen later stierf hij. “Werelden in Botsing†lag opengeslagen op zijn bureau.

6- Velikovsky beweerde ook begin 1954 dat behoorlijke hoeveelheden van de edelgassen ergon en neon aanwezig zouden zijn in de atmosfeer van Mars.

In het begin van de zeventiger jaren bevestigden Russische onderzoeken van Mars dit.

7- Zelfs de Maan levert bewijs voor de ruimtelijke aktiviteiten die Velikovsky beschreef. Op 21 juli 1969, toen de eerste mens op de maan landde, publiceerde de New York Times een collumn over Immanuël Velikovsky, betreffende zijn verwachtingen. Hij zei: “k beweer dat minder dan 3000 jaar geleden het oppervlak van de maan dikwijls vloeibaar en borrelde. De maansteen en gestolde lava zijn blijkbaar nog steeds rijk aan electromagnetische resten. Ik zal niet verbaasd zijn als er bitumen, caryatid of barbitone gevonden wordt in de steenlagen. Ik voorspel dat er in beperkte gebieden sterke radio-actieve straling gevonden wordt als het eindproduct van electromagnetische interplanetaire degeneratie.

Daarnaast voorspel ik dat er veel “aardbevingen†zijn op het maanoppervlak.â€

Deze veronderstellingen werden, samen met andere opgestuurd in een memo naar professor H.H. Hess, voorzitter van de Wetenschappelijke Ruimte Raad van het Nationaal Wetenschappelijk Genootschap. De meeste sterrenkundige zagen deze voorspellingen als geraaskal, waarvan de waarschijnlijkheid hoogst twijfelachtig was of zelfs onmogelijk. Tot hun verbazing bleek uit proeven op de maansteen en andere monsters die op de maan waren verzameld door de 6 Apollo-shuttles, dat voor de zoveelste keer Velikovsky’s voorspellingen tot in detail klopten.

Een geciviliseerd debat?

Als u dacht dat Veliscovsky’s reputatie hersteld was na deze successen, moet u nog even verder denken. Om de een of andere reden kreeg Veliscovsky nooit het recht toegekend als wetenschapper theorieën te mogen voorleggen, zelfs niet nadat zijn ideeën wetenschappelijk bewezen waren. Einstein gedroeg zich als een heer toen bleek dat hij ongelijk had gehad, maar hoe ging het bij de anderen?

Zelfs vandaag nog wordt er door sterrenkundigen maar een kleine mate van waarschijnlijkheid toegekend aan Velikovsky’s idee dat Venus haar oorsprong heeft als een afgescheide komeet van de Planeet Jupiter of dat de baan van de planeet Aarde plotseling is vreanderd 2700 en 3500 jaar geleden.

De geoloog Stephen J. Gould schreef een paar maanden geleden in de “National Geographic†dat hij voort zou gaan met afstand te nemen van ontluikende ideeën die afkomstig waren uit onwetenschappelijke bronnen. Hij schreef ook: “Ik denk niet dat Velikovsky zich onder de winnaars zal scharen in deze strijd, die het moeilijkst te bewijzen is van alle."

Maar het is moeilijk het fenomeen Velikovsky te negeren.

De bevestigingen die zijn ideeën kregen na ieder succesvol ruimte-onderzoek veroorzaakte veel spanning bij de wetenschappelijke gemeenschap. Sinds de publicatie van de eerste druk in 1950, was “Worlds in Collision†vele malen herdrukt en in vele talen vertaald. Verscheidene wetenschappelijke tijdschriften wijdden hele nummers aan Velikovsky’s ideeën. Zijn theorieën inspireerden cursussen en seminars op veel universiteiten. Veel wetenschappelijke artikelen vonden en vinden nog hun basis in zijn werk, in een verscheidenheid aan onderwerpen van antieke geschiedenis tot aan internationale relaties. Vele boeken, soms voor, soms tegen Velikovsky’s werk, behandelden zijn theorieën.

Het populaire wetenschappelijke maandblad “Signs†zei, in zijn commentaar op Velikovsky’s werk, dat zijn theorieën tegenwoordig een scheidingslijn vormen tussen stromingen in de belangrijkste Amerikaanse wetenschappelijke richtingen.

Maar de wetenschappelijke gemeenschap ging niet op haar lauweren rusten. In 1974 hield de “American Association for the Advancement of Science†( de AAAS), een symposium in San Francisco, gewijd aan Velikovsky’s theorieën. In een uitputtend debat, dat 7 uur duurde, stond Velikovsky zijn mannetje tegen een leger van aanvallers. Met de bedoeling Velikovsky’s ongelijk aan te tonen vervalsten de geleerden simpelweg delen van Velikovsky’s boek en die gebruikten ze als basis voor het openbare debat. Toen Velikovsky riep dat er fraude werd gepleegd, dat de wetenschappers dingen weerlegden die hij helemaal niet geschreven had, werd hij simpelweg genegeerd. Hij kreeg veel minder tijd om te weerleggen dan zij kregen die hem aanvielen. In zijn lezing verdedigde hij hevig en verhit zijn positie en weerlegde alle feiten die zij geponeerd hadden. Aan het eind van zijn speech stond een groot deel van de AAAS-leden en gasten op en gaven hem een staande ovatie.

Maar zijn grootse optreden en succes hielpen Velikovsky niet veel. De wetenschappelijke wereld bleef hem afwijzen en als een recensie van het betreffende symposium werd gepubliceerd, deinsden de wetenschappers er niet voor terug de vervalste versie van zijn werken te publiceren, wederom hem de mogelijkheid weigerend om zich te verdedigen. Klaarblijkelijk was dit de straf die toebedeeld werd aan iemand die trachtte de uittocht uit Egypte op wetenschappelijke wijze te verklaren.

Velikovsky’s werkelijke plaats.

Toen publiceerde de bekende Atheïstische sterrenkundige Carl Sagan van de Cornell universiteit een spottend artikel van 57 pagina’s gericht tegen de wereldvisie van Velikovsky. Hij schreef: “Daar waar Velikovsky origineel is, hij heeft het duidelijk bij het verkeerde eind, en waar hij gelijk heeft, zijn anderen hem reeds voorgegaanâ€. Maar in dat hele uitgebreide artikel ging hij niet in op de facetten van Velikovsky’s werk die bewezen waren waarheid te zijn.

In 1978 werd het boek “Velikovsky en de wetenschappelijke gemeenschap†uitgegeven, geschreven door Velikovsky zelf en de redacteuren van het “Chronus Journalâ€. Het boek maakte gewag van Sagan’s argumenten en haalde een paar van zijn dwaalwegen naar voren, evenals die van andere critici.

Na het symposium werden er meer lezingen gehouden, alle gecentreerd rond Velikovsky’s werk. Alsof het was om zijn lasteraars te dwarsbomen, kwamen er steeds meer rapporten over Jupiter binnen van de Pioneer 10 en 11, de Mariner die Venus en Mercurius passeerde en tenslotte van de Venus shuttle, die voortgingen de geloofwaardigheid van Velikovsky’s theorieën te onderstrepen.

Tot aan de dag dat hij stierf, in november 1979, ging Velikovsky door hevig zijn positie te verdedigen en elke aanval te weerleggen. Vandaag bestaat er een aanzienlijke groep Velikovsky-supporters, velen van hen zijn experts in de natuurwetenschappen, de beroepsgroep die het meest in aanraking komt met de issues die door Velikovsky aangekaard zijn. Zelfs nu nog verschijnen er wetenschappelijke verslagen gewijd aan zijn theorie. “Het is niet zo belangrijk wat de juiste plaats is van Velikovsky in de revolutie die de wetenschap op zijn kop zette in vele studierichtingen.†zei Velikovsky op een bijeenkomst voor de ontwikkeling van de wetenschap; “Maar mijn hoop is dat dit symposium een verlate erkenning is van het feit dat spottende kritiek uiten in plaats van wetenschappelijk onderzoek doen, nergens toe leidt. Niemand van mijn tegenstanders kan de electromagnetische velden uitwissen, niemand kan de radiogolven van Jupiter stoppen, de hitte van Venus doen afkoelen, en niemand kan een enkele zin in mijn boeken veranderen."

Dit is een vluchtige blik op een fascinerende zaak, waarin de vrijheid van meningsuiting werd verworpen door de wetenschap, alleen maar om te zorgen dat de waarheid niet aan het licht kwam. De volgende anecdote kan het hele fenomeen verklaren. Een bekende archeoloog twistte met een Israëlische historicus, die hem de juistheid van een thesis van Velikovsky aangaande een specifieke historische gebeurtenis aantoonde. De verblufte onderzoeker antwoordde: “Wat wil je nu dat ik doe? Al de boeken verbranden die ik over dit onderwerp geschreven heb? Dat wil ik helemaal niet!â€

Dat is natuurlijk een uiterst “wetenschappelijk†argument dat we onmogelijk kunnen weerleggen.

Link naar bericht
Deel via andere websites

@Elijahu,

De theorie van Velikovsky klopt niet. Het was een lange post, dus ik moet wat selecteren.

1. Dat het papyrus Ipoewer hetzelfde is als de uittocht klopt niet. Doordat Velikovsky enorm selectief gebruikmaakt van het papyrus, lijken er grote overeenkomsten te zijn. Als je het hele papyrus leest, zijn er grote verschillen.

2. Alles wat Velikovsky in WIB schrijft, is natuurkundig onmogelijk. Energie te weinig, aantrekkingskracht te groot, massa teveel, enz., enz. Echt waar, heel veel klopt niet.

3. 600 jaar verschuiving in de Egyptische geschiedenis brengt een onmogelijke verschuiving met zich mee.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Eliyahu7 schreef op 21 sept. 2014 05:18 : (zie hierboven)

Dank voor uw bijdrage ter verdediging van Velikovsky .

Velikovsky zal altijd wel een omstreden figuur blijven . Toch ben ik ervan overtuigd dat hij in vele domeinen gelijk heeft . Ik bewonder de moed die hij gehad heeft om vast te houden aan het absolute geloof in de Torah, en daarvan uitgaande zijn theorieën op te bouwen .

U schrijft :

Ons geloof in de Torah is absoluut en geen archeologische vondst of wetenschappelijke studie heeft de mogelijkheid dat rotsvaste geloof te ondermijnen.

Ik denk ook niet dat er archeologische vondsten zullen gedaan worden die de Torah tegenspreken . Wel worden legio van archeologische vondsten gedaan worden die worden uitgelegd in tegenspraak met de Torah : wat NIET hetzelfde is !

Numeri 12:6-8 stelt :

6 zei hij: ‘Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen. 7 Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan vertrouwen, ga ik anders om: 8 met hem spreek ik rechtstreeks, duidelijk, niet in raadsels, en hij aanschouwt mijn gestalte. Hoe durven jullie dan aanmerkingen op mijn dienaar Mozes te maken?’

In deze tekst vertelt de bijbel ons dat God Zijn woord rechtstreeks aan Mozes medegedeeld heeft . Derhalve zijn de mededelingen uit de Torah in elk geval essentieel . Een geschiedenis aanvaarden die in tegenspraak is met de Torah staat, mijns inziens, dan ook gelijk met het verwerpen van Gods woord .

-------------------------------------

Link naar bericht
Deel via andere websites

Lijst met argumenten tegen Velikovsky:

1. De Egyptische chronlogie is gestaafd door connecties met andere volken (Assyriërs, Hethieten, Babyloniërs, etc.), dendrologie, radiometrische datering, astronomische dateringen, stratigrafie en verschillende koningslijsten.

2. De overeenkomsten met het Ipoewerpapyrus zijn minimaal. Slechts een klein deel is geciteerd, zodat de lezer een onvolledig beeld krijgt.

3. Als de Amalekieten de Hyksos waren. Waarom vielen de Amalekieten dan van achteren (dus; uit Egypte) en niet van voren de Israëlieten aan?

4. Als de Amalekieten door Israël verslagen waren, hoe konden ze dan Egypte nog veroveren?

5. Het rijk van de Hyksos besloeg ook Palestina. Toch lezen we daar in Richteren en Jozua niets over.

6. Als Saul de Hyksos verdreef, waarom lezen we in de Bijbel dan niets over een Egyptisch leger wat de Hyksos aanviel?

7. Thoemosis I en II hadden een rijk dat tot de Eufraat strekte, terwijl in die zelfde tijd David en Salomo koning waren.

8. Hatsjepsoet bezocht Israël niet. Poent ligt ten zuiden van Egypte, volgens verschillende teksten. Hatsjepsoet kwam daar om mirre, terwijl de koningin van Scheba bij Salomo kwam met vragen. Verschillende details kloppen ook niet (paalwoningen, Afrikaanse fauna, etc.).

9. Thoetmosis III zou tijdens Rehabeam Jeruzalem hebben aangevallen. Hoewel de farao Sjosjenk I een veel logischer kandidaat is voor Sisak, lijkt Thoetmosis III's verhaal ook wel op dat van de Bijbel. Toch zijn er verschillen: Thoetmosis vecht tegen de koning van Megiddo, niet die van Jeruzalem. Later verwoestte Thoetmosis III Kadesj (volgen V. was dat Jeruzalem), wat natuurlijk niet strookt met het Bijbelverhaal. Ook zou de koning van Kadesj een bondgenootschap hebben gesloten met Mitanni, wat ook niet in de Bijbel staat.

10. De beroemde steen waarop zogenaamd voorwerpen uit de tempel op staan, kan ook verklaard worden. De afbeeldingen zijn namelijk Egyptische voorwerpen. Verschillende van die voorwerpen komen we tegen in het graf van Toetanchamon. De tekenaar gebruikte dus Egyptische voorbeelden voor zijn relief.

11. Hoewel Amenhotep II inderdaad een veldtocht tegen Palestina heeft verloren, was hij niet de Bijbelse Zerah. De verloren veldslag speelde zich af bij de Eufraat. Later won hij ook veldslagen, waarbij hij veel Palestijnse slaven maakte. Dat komt natuurlijk niet overeen met de Bijbel.

12. Bij de El-Amarnabrieven klopt er ook veel niet. Sumuru is niet Samaria. Het lag volgens verschillende teksten dicht bij Tyrus en Sidon. Rib-Addi is niet Achab, want volgens de EA-brieven is Rib-Addi in Beiroet gestorven, i.t.t. het Bijbelverhaal.

13. Velikovsky creëert een kloof tussen de 18de en 19de dynastie. Dat kan niet, want Horemheb, de laatste farao van de 18de dynastie, had Ramses I als generaal. Dus hoewel er volgens V. 80 jaar tussen de 18de en 19de dynastie lag, was er wel een aaneenschakeling.

Ik zou graag willen dat credo26 hierop reageert.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Alvorens systematisch te antwoorden op uw bijdrage toch nog even herinneren welke mijn appreciatie van Velikovsky is .

Ik citeer uit mijn bijdrage van 15 september :

DE VERDIENSTE VAN IMMANUEL VELIKOVSKY .

Velikovsky is een van de eersten die, zich vasthoudend aan het bijbelverhaal, de klassieke chronologie van het oude Egypte in vraag durfde stellen . Of al de analyses die hij maakt juist zijn is natuurlijk een andere vraag .

Persoonlijk kan ik bijvoorbeeld akkoord gaan met zijn stelling dat de eerste farao’s van de 18e dynastie tijdgenoten zijn van de koningen van Saul tot Aza . (zie de bijdrage van Student op 18 juni 2014) . Met zijn stelling bvb dat Farao Ramses II de grote tegenstander was van Nebukasnesar in de slag van Karkemisch in 605 B.C. kan ik dan weer helemaal niet akkoord gaan .

Persoonlijk geloof ik het verhaal van de exodus uit Egypte zoals de bijbel het vertelt .

Het is uiteraard duidelijk dat dit verhaal niet in te passen is in de klassieke Egyptische chronologie . Ik ben er dan ook van overtuigd dat het mogelijk moet zijn een logische en bewijsbare alternatieve chronologie op te stellen en Velikovsky was een baanbreker op dit gebied .

Student schreef :

1

. De Egyptische chronologie is gestaafd door connecties met andere volken (Assyriërs, Hethieten, Babyloniërs, etc.), dendrologie, radiometrische datering, astronomische dateringen, stratigrafie en verschillende koningslijsten.

Klopt gedeeltelijk . Maar er zijn ook een pak items waarover de historici het helemaal niet over eens zijn . Bij radiometrische datering is er altijd een foutenmarge, en men gaat uit van de veronderstelling dat de opname van radioactieve isotopen altijd constant is . Wat de koningslijsten betreft : ook die zijn niet altijd met elkaar in overeenstemming . Er is dus nog heel wat marge voor discussie .

2. De overeenkomsten met het Ipoewerpapyrus zijn minimaal. Slechts een klein deel is geciteerd, zodat de lezer een onvolledig beeld krijgt.

Het Ipoewerpapyrus werd gevonden ergens rond Memphis begin 19e eeuw . Deze papyrus uit de 19de dynastie is een kopie van een vroeger document dat, volgens geleerden, zou stammen uit de periode van de 12e of 13e dynastie . Het werd op verschillende manieren geïnterpreteerd, maar het is duidelijk een verslag van een opeenvolging van catastrofen welke Egypte getroffen hebben .

Indien men ervan overtuigd is dat de exodus plaats gevonden heeft in de 18e dynastie is het uiteraard absurd dat een document uit de 12e of 13e dynastie een beschrijving zou geven van gebeurtenissen die enkele eeuwen later zouden plaats vinden . Indien men het oorspronkelijke document dateert in de tijd onmiddellijk na de uittocht (in de 12e dynastie volgens de nieuwe chronologie) dan kan men er moeilijk naast kijken dat dit een ooggetuigen verslag is .

3. Als de Amalekieten de Hyksos waren. Waarom vielen de Amalekieten dan van achteren (dus; uit Egypte) en niet van voren de Israëlieten aan?

Ik begrijp uw vraag niet goed . Hoe zouden de Amalekieten uit Egypte kunnen komen als de Israëlieten Egypte pas verlaten hadden ?

De ontmoeting van Israëlieten & Amalekieten vond plaats te Rafidim (zie Ex. 17:8-16) . De Amalekieten werden verslagen .

4. Als de Amalekieten door Israël verslagen waren, hoe konden ze dan Egypte nog veroveren?

De Amalekieten werden door Israël verslagen te Rafidim, niet uitgeroeid . Daarna trokken ze naar Egypte . Josephus schrijft dat ze Egypte innamen zonder veldslag (tegen Apion : boek 1) . De reden waarom er geen veldslag was is duidelijk : het Egyptische leger was omgekomen in de schelfzee .

Wordt vervolgd .

Link naar bericht
Deel via andere websites
Persoonlijk geloof ik het verhaal van de exodus uit Egypte zoals de bijbel het vertelt .

Het is uiteraard duidelijk dat dit verhaal niet in te passen is in de klassieke Egyptische chronologie . Ik ben er dan ook van overtuigd dat het mogelijk moet zijn een logische en bewijsbare alternatieve chronologie op te stellen en Velikovsky was een baanbreker op dit gebied .

Ik heb je laten zien hoe het perfect past met de Egyptische geschiedenis.

Student schreef :

1

. De Egyptische chronologie is gestaafd door connecties met andere volken (Assyriërs, Hethieten, Babyloniërs, etc.), dendrologie, radiometrische datering, astronomische dateringen, stratigrafie en verschillende koningslijsten.

Klopt gedeeltelijk . Maar er zijn ook een pak items waarover de historici het helemaal niet over eens zijn . Bij radiometrische datering is er altijd een foutenmarge, en men gaat uit van de veronderstelling dat de opname van radioactieve isotopen altijd constant is . Wat de koningslijsten betreft : ook die zijn niet altijd met elkaar in overeenstemming . Er is dus nog heel wat marge voor discussie.

Voor zo kort geleden radiometrisch dateren is zeer naukeurig en kan altijd bevestigd worden. Maar juist de astronomische datering (Sothisperiodes) zorgen voor een chronologie op het jaar nauwkeurig.

2. De overeenkomsten met het Ipoewerpapyrus zijn minimaal. Slechts een klein deel is geciteerd, zodat de lezer een onvolledig beeld krijgt.

Het Ipoewerpapyrus werd gevonden ergens rond Memphis begin 19e eeuw . Deze papyrus uit de 19de dynastie is een kopie van een vroeger document dat, volgens geleerden, zou stammen uit de periode van de 12e of 13e dynastie . Het werd op verschillende manieren geïnterpreteerd, maar het is duidelijk een verslag van een opeenvolging van catastrofen welke Egypte getroffen hebben .

Indien men ervan overtuigd is dat de exodus plaats gevonden heeft in de 18e dynastie is het uiteraard absurd dat een document uit de 12e of 13e dynastie een beschrijving zou geven van gebeurtenissen die enkele eeuwen later zouden plaats vinden . Indien men het oorspronkelijke document dateert in de tijd onmiddellijk na de uittocht (in de 12e dynastie volgens de nieuwe chronologie) dan kan men er moeilijk naast kijken dat dit een ooggetuigen verslag is .

Je draait er omheen. Ik zeg heel simpel dat het Ipoewerpapyrus niet dezelfde gebeurtenis als Exodus beschrijft.

1. In het papyrus staat dat die plagen komen door een buitenlandse vijand.

2. Er staat dat de Nijl overstroomt en dat niemand de akkers bewerkt.

3. Er staat dat de vrouwen niet baren.

4. Er wordt een 'geluid' gehoord, wat niet op wil houden.

5. Er is wild gedierte in het land.

6. De koning is dood en begraven, wat niet klopt met Exodus.

En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.

3. Als de Amalekieten de Hyksos waren. Waarom vielen de Amalekieten dan van achteren (dus; uit Egypte) en niet van voren de Israëlieten aan?

Ik begrijp uw vraag niet goed . Hoe zouden de Amalekieten uit Egypte kunnen komen als de Israëlieten Egypte pas verlaten hadden ?

De ontmoeting van Israëlieten & Amalekieten vond plaats te Rafidim (zie Ex. 17:8-16) . De Amalekieten werden verslagen .

Dat ze van achteren kwamen (dus van de kant van Egypte) staat in Deut. 25: 17, 18:

'Denk aan wat Amalek u onderweg aangedaan heeft, toen u uit Egypte wegtrok:

hij ontmoette u onderweg en overviel bij u in de achterhoede alle zwakken achter u, terwijl u moe en uitgeput was; en hij vreesde God niet.'

Overigens denk ik niet dat Amalek uit Egypte kwam, maar dat het een rondtrekkend nomadenvolk was, dat in de woestijn leefde.

4. Als de Amalekieten door Israël verslagen waren, hoe konden ze dan Egypte nog veroveren?

De Amalekieten werden door Israël verslagen te Rafidim, niet uitgeroeid . Daarna trokken ze naar Egypte .

En waren ze te verzwakt om Egypte te veroveren.

Josephus schrijft dat ze Egypte innamen zonder veldslag (tegen Apion : boek 1) . De reden waarom er geen veldslag was is duidelijk : het Egyptische leger was omgekomen in de schelfzee .

Aha, dus dat moet volgens jouw theorie dús Josephus heeft gelijk.

Overigens klopt er iets niet: pas sinds de Hyksos kreeg het Egyptische leger paarden en wagens. De farao van de uittocht had paarden en wagens. Dus leefde de farao van de uittocht tijdens of na de Hyksos.

Link naar bericht
Deel via andere websites
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid