Spring naar bijdragen

De kerk als het volk van God


Aanbevolen berichten

@ Peter, als ik Handelingen lees dan heb ik niet de indruk dat het ging om een Joods stroming, maar om heidenen die naar Jeruzalem waren gekomen.

Daarom kon men hen ook geen Joodse wetten opleggen.

De brief aan de Galliërs maar ook andere brieven daar waarschuwt Paulus bepaalde Joden die terugkeerden naar de wet en de wettische instellingen wilde vermengen met het nieuwe verbond maar het betrof vnl. dwaalleraren die de gemeente van Galaten binnendrongen, waar hij zo kwaad om was.

Maar dat het Christendom voort is gekomen uit het Jodendom is voor mij volkomen onbekend.

Het heil is naar de heidenen gegaan omdat de Joden Christus hadden verworpen. Handelingen heeft het ook over een ANDER volk voor Zijn Naam. De heidenen kon men ook geen wetten opleggen, behalve die 3 voorschriften uit Handelingen 15. De heidenen hadden helemaal geen wet en als het voort zou komen uit een Joodse stroming dan was er sprake geweest van de besnijdenis en van andere wetten. Maar dat is juist niet zo. Ze worden 'zondaars uit de heidenen' genoemd.

De uitzinnigheid van de Galaten betrof dus dwaalleraars die de gemeente in Galaten waren binnengedrongen en de ceremoniële wetten wilden invoeren. En dat betrof Christenen uit de heidenen.

Een ander handboek zegt dat ze bevrijd werden van het juk van het Judaïsme.

Zie ook het apostelconvent in Jeruzalem ( Hand. 15)

De Galaten zijn afstammelingen van de Galliërs.

Er had zich in Galatië wel een grote Joodse kolonie gevestigd die genoten van grote vrijheid.

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • Antwoorden 120
  • Created
  • Laatste antwoord

Top Posters In This Topic

@ Peter, als ik Handelingen lees dan heb ik niet de indruk dat het ging om een Joods stroming, maar om heidenen die naar Jeruzalem waren gekomen.

Daarom kon men hen ook geen Joodse wetten opleggen.

Het boek Handelingen is ook een interessant boek in dit kader. De connectie van Lukas en Paulus is hier aanwezig, want Lukas vergezelde Paulus op enkele zendingsreizen.

In Handelingen 1:8 staat dat de apostelen getuigen zullen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van de aarde.

Gaat het dan volgens jou alleen om de heidenen die in Jeruzalem, Judea en Samaria woonden? Of ook om de Joden en nazaten van het oudtestamentische volk Israël?

In Handelingen 2 gaat het om vrome Joden, afkomstig uit ieder volk onder de hemel (vers 5). De volken waar ze woonden, worden genoemd in vers 9-11. Het gaat hier om Joden die naar Jeruzalem zijn gekomen en die de apostelen horen getuigen.

Handelingen 1-7 speelt zich af in Jeruzalem.

In hoofdstuk 8 gaat het evangelie naar Judea en Samaria.

Vanaf hoofdstuk 9 gaat het naar Damascus en verder.

Nadat Paulus de gemeente niet meer vervolgde, kon de gemeente in heel Judea, Galilea en Samaria zich in vrede ontplooien. Ze leefde in ontzag voor de Heer en de troost van de heilige Geest, en nam in aantal toe (Hand 9:31).

Heidenen die naar Jeruzalem komen - misschien doel je op Handelingen 15, maar daar is slechts sprake van Joodse apostelen die debatteren over de plek van heidenen in de gemeente - moeten ze zich wel of niet aan de wet van Mozes houden.

Pas in hoofdstuk 21 wordt er melding van gemaakt dat Paulus een heiden meeneemt in Jeruzalem (Trofimus). De kwestie over de wet van Mozes is dan zo gepolariseerd dat Paulus wordt opgepakt.

De brief aan de Galliërs maar ook andere brieven daar waarschuwt Paulus bepaalde Joden die terugkeerden naar de wet en de wettische instellingen wilde vermengen met het nieuwe verbond maar het betrof vnl. dwaalleraren die de gemeente van Galaten binnendrongen, waar hij zo kwaad om was.

Maar dat het Christendom voort is gekomen uit het Jodendom is voor mij volkomen onbekend.

Dat vind ik toch vreemd. Het Oude Testament is de Joodse Tenach en het Nieuwe Testament staat boordevol verwijzingen naar de Tenach. De apostelen waren allemaal Joods, diverse malen wordt er melding van gemaakt dat Paulus naar de synagoge ging om Joden te overtuigen.

Het heil is naar de heidenen gegaan omdat de Joden Christus hadden verworpen. Handelingen heeft het ook over een ANDER volk voor Zijn Naam.
Er is niet een ander volk. Er zijn andere schapen (Joh 10:16 WV): Ik heb nog andere schapen dan die uit deze hof. Ook voor hen moet Ik een herder zijn: ze zullen luisteren naar mijn stem. Zo wordt het: één kudde met één herder.
De heidenen kon men ook geen wetten opleggen, behalve die 3 voorschriften uit Handelingen 15. De heidenen hadden helemaal geen wet en als het voort zou komen uit een Joodse stroming dan was er sprake geweest van de besnijdenis en van andere wetten. Maar dat is juist niet zo. Ze worden 'zondaars uit de heidenen' genoemd.

De Joden in de kerk proberen de wet op te leggen aan de heidenen in de kerk - dat is wat op het spel staat in Handelingen 15.

De uitzinnigheid van de Galaten betrof dus dwaalleraars die de gemeente in Galaten waren binnengedrongen en de ceremoniële wetten wilden invoeren. En dat betrof Christenen uit de heidenen.

Dat betrof Joden in de gemeente. Ze worden dwaalleraars genoemd omdat ze de wet als voorwaarde prediken voor de redding.

Een ander handboek zegt dat ze bevrijd werden van het juk van het Judaïsme.

Zie ook het apostelconvent in Jeruzalem ( Hand. 15)

De Galaten zijn afstammelingen van de Galliërs.

Er had zich in Galatië wel een grote Joodse kolonie gevestigd die genoten van grote vrijheid.

Judaïsme = Joodse godsdienst, hoofdzakelijk aangehangen door Joden.

Link naar bericht
Deel via andere websites

De andere schapen zijn de 10 stammen. Altijd in de Bijbel en overal zijn de schapen een beeld van Israël. En in die uitspraak van Jezus t.a.v. de andere schapen van de stal betreft het dus die stammen in de verstrooiing.

En dat is het lastig van die vervangingsleer als je teksten over Israël gaat toepassen op de Gemeente.

Want er is wel degelijk een ander volk, maar dat zijn niet die andere schapen.

Handelingen 15 vers 14 : 'Simeon heeft verhaald hoe God EERST de heidenen heeft bezocht om uit hen een volk aan te nemen DOOR Zijn Naam" en dat komt overeen met de woorden van de profeten: vers 16 "Na dezen ( waarna dan? ) zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is enz....en waartoe?..."Opdat de overblijvende mensen de Heere zoeken, en al de heidenen over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heer , Die dit alles doet">

Deze profetie is nog steeds niet vervuld want er is nu geen troon in Jeruzalem.

De hut is nog steeds vervallen en het koninkrijk van David is nog steeds niet hersteld.

De profetieën die Jehovah, door de mond van zijn profeten, aan Israël uitspreekt (in dit geval Jesaja), spreken altijd over een oordeel voor Zijn volk Israël maar ook over een herstel en een uitvoering van de allereerste belofte aan Abraham, Isaäk en Jakob. Als God iets aan zijn uitverkorenen beloofd, zal hij dat altijd uitvoeren!! Op zijn tijd, waarmee ik wil zeggen dat het niet belangrijk is dat mensen denken dat zijn beloftes aan Israël niet vervuld zijn en zomaar overgegaan zijn op niet-Israëlieten.

21: “Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen.â€

Dit moet dus nog gebeuren door het letterlijke Israël. Dat volk moet Gods lof nog gaan vertellen! Dan zal in het volgende ook in vervulling gaan.

25: Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet.

Jehovah heeft Israël lang geleden uitverkoren en dat heeft Hij nooit ongedaan gemaakt.

10: "Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, [dat] voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal."

De diverse profetieën spreken er wel over dat Hij Zijn volk voor een bepaalde tijd ter zijde zou stellen. O.a.: Hosea spreekt er over dat Israël eenmaal niet Gods volk (Lo-Ammi) zou zijn en daarna weer wel (Ammi).

Hosea 1:9
 – En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-ammi; want gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik [ook] de uwe niet zijn.

Hosea 2:1 (1:12)
 – Zegt tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama.

Hosea 2:23 (2:22)
 – En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-ruchama; en Ik zal zeggen tot Lo-ammi: Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God!

Het is dus Israël dat tegen Jehovah zal zeggen “O, mijn God†en Jehovah zal op dat moment tegen “niet mijn volk†(Lo-Ammi) zeggen: “Gij zijt Mijn volk†en vervolgens zal Hij zich weer (opnieuw) over Zijn volk ontfermen. Het hoeft denk ik geen betoog dat dit nog moet gebeuren. Ook andere profetieën wijzen daarop (bijv. Ezechiël 37-39) De toekomst voor het gehele volk Israël, dat nu nog over de hele wereld verspreid is, staat echter in de Bijbel; het zal dus gebeuren, ook al geloven mensen dat niet.

Met in gedachten de belofte voor Israël en dat Paulus door Christus persoonlijk werd aangesteld om Zijn Evangelie te verkondigen aan Israël in verstrooiing, en aan de “heidenenâ€, kunnen we nu gaan lezen wat Handelingen zegt. En ik zal me beperken tot een deel van het hoofdstuk dat handelt over Paulus bezoek aan Jeruzalem.

Handelingen 15:8-18:

8. En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons;

9. En heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door het geloof.

10. Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen?

11. Maar wij geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden, op zulke wijze als ook zij.

12. En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.

13. En nadat deze zwegen, antwoordde Jakobus, zeggende: Mannen broeders, hoort mij.

14. Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit [hen] een volk aan te nemen door Zijn Naam.

15. En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is:

16. Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten.

17. Opdat de overblijvende mensen den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.

18. Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.

Jakobus neemt dus het woord en zegt dat Simeon verteld heeft dat God eerst de “heidenen†bezocht heeft om uit hen een volk aan te nemen voor zijn naam. Daarna zou God zich weer richten op de “tabernakel van Davidâ€. Hij verwijst naar de profeten uit het Oude Testament. Het stemt o.a. overeen met de profetie van Amos 9. In vers 9:11,12 staat als vervolg op de tijd van oordeel over Juda:

11. Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, weder oprichten, en zal ze bouwen, als [in] de dagen van ouds;

12. Opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt de HEERE, Die dit doet.

Naar wie verwijst Jakobus als hij het over Simeon heeft? Hij verwijst daar naar de Simeon uit Lukas 2:30-33, die na de geboorte van Jezus het volgende zei:

"Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel. En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd.

De clou van deze geschiedenis zit er in dat Simeon de volgorde inzake het heil voor de heidenen en Israël door elkaar haalt in de ogen van zijn toehoorders. Jozef en Jezus’ moeder verwonderden zich daarover, zo staat er. Bij Jezus’ geboorte verwachtte iedereen namelijk dat eerst Israël door God verlost zou worden en dan pas de heidenen. In dit verband haalt Jakobus daarom de woorden van Simeon aan en bevestigt dat God eerst een volk voor Gods Naam uit de heidenen zou nemen en dan weer verder zou gaan met wat de profeten over Israël geprofeteerd hadden. Dit klopt helemaal met de rest van de Bijbel en met wat wij in de periode sinds Jezus’ dood en opstanding, hebben gezien.

Verborgenheid

In de dagen van Simeon had men nog geen weet van de grote verborgenheid die in Gods Heilsplan was “neergeschrevenâ€. Als het goed is hebben wij dat wel, want het was vooral aan Paulus gegeven die verborgenheid aan het licht te brengen. Dat kon en moest toen, omdat God Israël als volk voor een bepaalde tijd terzijde had geschoven. Paulus en anderen hebben het regelmatig over die verborgenheid.

Link naar bericht
Deel via andere websites
De andere schapen zijn de 10 stammen. Altijd in de Bijbel en overal zijn de schapen een beeld van Israël. En in die uitspraak van Jezus t.a.v. de andere schapen van de stal betreft het dus die stammen in de verstrooiing.

En dat is het lastig van die vervangingsleer als je teksten over Israël gaat toepassen op de Gemeente.

Zie St.Ignatius over de 10 stammen.

Want er is wel degelijk een ander volk, maar dat zijn niet die andere schapen.

Handelingen 15 vers 14 : 'Simeon heeft verhaald hoe God EERST de heidenen heeft bezocht om uit hen een volk aan te nemen DOOR Zijn Naam"

Kijk, dat vind ik nou een argument.

God verzamelt zich een volk uit de heidenen.

Maar of dit nu een ander volk is?

Het zou voor de Joden niet zo dringend zijn als de heidenen tot een ander volk zouden horen. Het is voor hun dringend omdat de heidenen tot hetzelfde volk gaan horen en daarom vinden ze dat de heidenen besneden moeten worden. Maar dis is een bijkomend en niet doorslaggevend argument.

Hetzelfde geldt voor vers 17. Ik lees daarin niet dat de heidenen een ander volk zouden zijn. Maar als je dat erin wil lezen, kan dat wel.

Conclusie: deze tekst kan je inderdaad op jouw manier lezen.

en dat komt overeen met de woorden van de profeten: vers 16 "Na dezen ( waarna dan? ) zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is enz....en waartoe?..."Opdat de overblijvende mensen de Heere zoeken, en al de heidenen over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heer , Die dit alles doet">

Deze profetie is nog steeds niet vervuld want er is nu geen troon in Jeruzalem.

De hut is nog steeds vervallen en het koninkrijk van David is nog steeds niet hersteld.

Nee, je ziet het resultaat nog niet en of je God aan het herbouwen ziet is een kwestie van geloof.

De profetieën die Jehovah, door de mond van zijn profeten, aan Israël uitspreekt (in dit geval Jesaja), spreken altijd over een oordeel voor Zijn volk Israël maar ook over een herstel en een uitvoering van de allereerste belofte aan Abraham, Isaäk en Jakob. Als God iets aan zijn uitverkorenen beloofd, zal hij dat altijd uitvoeren!! Op zijn tijd, waarmee ik wil zeggen dat het niet belangrijk is dat mensen denken dat zijn beloftes aan Israël niet vervuld zijn en zomaar overgegaan zijn op niet-Israëlieten.

21: “Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen.â€

Dit moet dus nog gebeuren door het letterlijke Israël. Dat volk moet Gods lof nog gaan vertellen! Dan zal in het volgende ook in vervulling gaan.

25: Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet.

Jehovah heeft Israël lang geleden uitverkoren en dat heeft Hij nooit ongedaan gemaakt.

Israël is inderdaad het uitverkoren volk. Israël naar de Geest, want vlees en bloed zal het Koninkrijk niet beërven (1Kor 15:50).

10: "Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, [dat] voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal."

De diverse profetieën spreken er wel over dat Hij Zijn volk voor een bepaalde tijd ter zijde zou stellen. O.a.: Hosea spreekt er over dat Israël eenmaal niet Gods volk (Lo-Ammi) zou zijn en daarna weer wel (Ammi).

Hosea 1:9
 – En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-ammi; want gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik [ook] de uwe niet zijn.

Hosea 2:1 (1:12)
 – Zegt tot uw broederen: Ammi, en tot uw zusteren: Ruchama.

Hosea 2:23 (2:22)
 – En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-ruchama; en Ik zal zeggen tot Lo-ammi: Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God!

Het is dus Israël dat tegen Jehovah zal zeggen “O, mijn God†en Jehovah zal op dat moment tegen “niet mijn volk†(Lo-Ammi) zeggen: “Gij zijt Mijn volk†en vervolgens zal Hij zich weer (opnieuw) over Zijn volk ontfermen. Het hoeft denk ik geen betoog dat dit nog moet gebeuren. Ook andere profetieën wijzen daarop (bijv. Ezechiël 37-39) De toekomst voor het gehele volk Israël, dat nu nog over de hele wereld verspreid is, staat echter in de Bijbel; het zal dus gebeuren, ook al geloven mensen dat niet.

Op de jongste dag zullen we het weten.

Met in gedachten de belofte voor Israël en dat Paulus door Christus persoonlijk werd aangesteld om Zijn Evangelie te verkondigen aan Israël in verstrooiing, en aan de “heidenenâ€, kunnen we nu gaan lezen wat Handelingen zegt. En ik zal me beperken tot een deel van het hoofdstuk dat handelt over Paulus bezoek aan Jeruzalem.
Handelingen 15:8-18:

8. En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons;

9. En heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door het geloof.

10. Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen?

11. Maar wij geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden, op zulke wijze als ook zij.

12. En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.

13. En nadat deze zwegen, antwoordde Jakobus, zeggende: Mannen broeders, hoort mij.

14. Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit [hen] een volk aan te nemen door Zijn Naam.

15. En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is:

16. Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten.

17. Opdat de overblijvende mensen den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.

18. Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.

Jakobus neemt dus het woord en zegt dat Simeon verteld heeft dat God eerst de “heidenen†bezocht heeft om uit hen een volk aan te nemen voor zijn naam. Daarna zou God zich weer richten op de “tabernakel van Davidâ€. Hij verwijst naar de profeten uit het Oude Testament. Het stemt o.a. overeen met de profetie van Amos 9. In vers 9:11,12 staat als vervolg op de tijd van oordeel over Juda:

11. Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, weder oprichten, en zal ze bouwen, als [in] de dagen van ouds;

12. Opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt de HEERE, Die dit doet.

Naar wie verwijst Jakobus als hij het over Simeon heeft? Hij verwijst daar naar de Simeon uit Lukas 2:30-33, die na de geboorte van Jezus het volgende zei:

"Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel. En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd.

Of hij verwees naar Petrus die vlak daarvoor nog aan het woord was.

De clou van deze geschiedenis zit er in dat Simeon de volgorde inzake het heil voor de heidenen en Israël door elkaar haalt in de ogen van zijn toehoorders. Jozef en Jezus’ moeder verwonderden zich daarover, zo staat er. Bij Jezus’ geboorte verwachtte iedereen namelijk dat eerst Israël door God verlost zou worden en dan pas de heidenen. In dit verband haalt Jakobus daarom de woorden van Simeon aan en bevestigt dat God eerst een volk voor Gods Naam uit de heidenen zou nemen en dan weer verder zou gaan met wat de profeten over Israël geprofeteerd hadden. Dit klopt helemaal met de rest van de Bijbel en met wat wij in de periode sinds Jezus’ dood en opstanding, hebben gezien.

Verborgenheid

In de dagen van Simeon had men nog geen weet van de grote verborgenheid die in Gods Heilsplan was “neergeschrevenâ€. Als het goed is hebben wij dat wel, want het was vooral aan Paulus gegeven die verborgenheid aan het licht te brengen. Dat kon en moest toen, omdat God Israël als volk voor een bepaalde tijd terzijde had geschoven. Paulus en anderen hebben het regelmatig over die verborgenheid.

Kan ik uit jouw woorden concluderen dat je een "tijdelijke vervangingstheologie" aanhangt. Je zegt immers dat God Israël tijdelijk terzijde heeft geschoven.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Zie St.Ignatius over de 10 stammen.

Heb je zelf geen mening/ Ignatius is toch niet de Bijbelse norm? Wat gaan we nou krijgen?

Kijk, dat vind ik nou een argument.

God verzamelt zich een volk uit de heidenen.

Maar of dit nu een ander volk is?

Waren die heidenen dan Joden? Wat een merkwaardige afweging? Volkomen ontkenning dat God een volk verzamelt uit Jood en heiden en dat dat de Gemeente als het Lichaam van Christus vormt. Dan moet je wel gaan goochelen met woorden en steeds 'de bal terugspelen'.

Hetzelfde geldt voor vers 17. Ik lees daarin niet dat de heidenen een ander volk zouden zijn. Maar als je dat erin wil lezen, kan dat wel.

Conclusie: deze tekst kan je inderdaad op jouw manier lezen.

Nu is er sprake van onwil Peter. Je suggereert nu dat Joden onder het oude verbond dus "heidenen" worden genoemd. Heidenen zijn pas in beeld, wijzend op de overige volkeren nadat Israël terzijde is gezet door Jehovah en dat is in Handelingen 28 vers 28, eigenlijk al wat eerder, maar dat doet er nu even niet toe.

Nee, je ziet het resultaat nog niet en of je God aan het herbouwen ziet is een kwestie van geloof.

Geloof? Geloof van wie? Je maakt van een concreet plan en een concrete profetie iets vaags en daar kan ik niets mee.

Op de jongste dag zullen we het weten.

Met dit argument sla je de hele discussie dood. Gooi de Bijbel maar aan de kant, ga achterover leunen en wacht op de Jongste Dag, zou ik zeggen.

Jakobus neemt dus het woord en zegt dat Simeon verteld heeft dat God eerst de “heidenen†bezocht heeft om uit hen een volk aan te nemen voor zijn naam. Daarna zou God zich weer richten op de “tabernakel van Davidâ€. Hij verwijst naar de profeten uit het Oude Testament. Het stemt o.a. overeen met de profetie van Amos 9. In vers 9:11,12 staat als vervolg op de tijd van oordeel over Juda:

Naar wie verwijst Jakobus als hij het over Simeon heeft? Hij verwijst daar naar de Simeon uit Lukas 2:30-33

Of hij verwees naar Petrus die vlak daarvoor nog aan het woord was.

Ach kom Peter. Jakobus noemt toch de naam van Simeon toch niet van Petrus? Heb je de Bijbel erbij gepakt? Dit is gewoon dwarsliggen en niet open staan voor wat de Bijbel erover zegt. Waarom zo een harde nek?

De clou van deze geschiedenis zit er in dat Simeon de volgorde inzake het heil voor de heidenen en Israël door elkaar haalt in de ogen van zijn toehoorders. Jozef en Jezus’ moeder verwonderden zich daarover, zo staat er. Bij Jezus’ geboorte verwachtte iedereen namelijk dat eerst Israël door God verlost zou worden en dan pas de heidenen. In dit verband haalt Jakobus daarom de woorden van Simeon aan en bevestigt dat God eerst een volk voor Gods Naam uit de heidenen zou nemen en dan weer verder zou gaan met wat de profeten over Israël geprofeteerd hadden. Dit klopt helemaal met de rest van de Bijbel en met wat wij in de periode sinds Jezus’ dood en opstanding, hebben gezien.

Verborgenheid

In de dagen van Simeon had men nog geen weet van de grote verborgenheid die in Gods Heilsplan was “neergeschrevenâ€. Als het goed is hebben wij dat wel, want het was vooral aan Paulus gegeven die verborgenheid aan het licht te brengen. Dat kon en moest toen, omdat God Israël als volk voor een bepaalde tijd terzijde had geschoven. Paulus en anderen hebben het regelmatig over die verborgenheid. Hoe duidelijk wil je het hebben?

Kan ik uit jouw woorden concluderen dat je een "tijdelijke vervangingstheologie" aanhangt. Je zegt immers dat God Israël tijdelijk terzijde heeft geschoven.

Nee want ik heb juist aangegeven dat God een volk verkiest uit JOOD EN HEIDEN.

Die 2 zijn tot één gebracht. De muur des afscheids is afgebroken zegt een brief van Paulus.

Die volk voor Zijn Naam of eigenlijk DOOR Zijn Naam is een totaal ander volk dan Israël of het Nederlandse volk. Het is ZIJN LICHAAM waarvan HIJ het Hoofd is. Dat was onder het oude verbond een verborgenheid. En het is pas Paulus als de 13e apostel gegeven hierover één en ander te openbaren. Namelijk, welke positie dit volk heeft en welke toekomstverwachting en welke bestemming en dat is geïllustreerd in alle voorbeelden waarvan de 2e zoon de erfgenaam werd en de 1e zoon werd genegeerd of afgevoerd.

Dat wijs op het feit dat God het "eerste wegdoet om het tweede te stellen".

De Gemeente is dus de eerstgeboren zoon geworden en niet Israël. Zij delen niet in de hemelse dingen en in de hemelse erfenis en zegeningen zoals Efeze 1 zegt, maar zij delen straks in aardse zegeningen, met een aardse positie en een aardse toekomst dàt is weggelegd voor een wedergeboren natie Israël bestaande uit 12 stammen. Dan zijn we nog lang niet in de Jongste Dag, maar in de helft van de 70e week van Daniël.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Zie St.Ignatius over de 10 stammen.

Heb je zelf geen mening/ Ignatius is toch niet de Bijbelse norm? Wat gaan we nou krijgen?

Ik ben het met hem eens dat je de tien stammen zo kan beschouwen. Ik ga zijn argumentatie niet herhalen.

Kijk, dat vind ik nou een argument.

God verzamelt zich een volk uit de heidenen.

Maar of dit nu een ander volk is?

Waren die heidenen dan Joden? Wat een merkwaardige afweging? Volkomen ontkenning dat God een volk verzamelt uit Jood en heiden en dat dat de Gemeente als het Lichaam van Christus vormt. Dan moet je wel gaan goochelen met woorden en steeds 'de bal terugspelen'.

Ik kan natuurlijk ook gewoon zwijgen, in plaats van mijn best te doen mijn standpunt uit te leggen.

Hetzelfde geldt voor vers 17. Ik lees daarin niet dat de heidenen een ander volk zouden zijn. Maar als je dat erin wil lezen, kan dat wel.

Conclusie: deze tekst kan je inderdaad op jouw manier lezen.

Nu is er sprake van onwil Peter. Je suggereert nu dat Joden onder het oude verbond dus "heidenen" worden genoemd. Heidenen zijn pas in beeld, wijzend op de overige volkeren nadat Israël terzijde is gezet door Jehovah en dat is in Handelingen 28 vers 28, eigenlijk al wat eerder, maar dat doet er nu even niet toe.

Nee hoor, dat suggereer ik helemaal niet. Joden zijn geen heidenen.

Nee, je ziet het resultaat nog niet en of je God aan het herbouwen ziet is een kwestie van geloof.

Geloof? Geloof van wie? Je maakt van een concreet plan en een concrete profetie iets vaags en daar kan ik niets mee.

En jij maakt van God met ons: God verborgen of afwezig.

Op de jongste dag zullen we het weten.

Met dit argument sla je de hele discussie dood. Gooi de Bijbel maar aan de kant, ga achterover leunen en wacht op de Jongste Dag, zou ik zeggen.

Jij hanteert een andere definitie van Israël en daarom kom je tot andere conclusies. We kunnen het daarom beter hebben over de definitie van Israël. Jij ziet een Israël dat gedefinieerd wordt door vlees en bloed voor je, ik zie een Israël voor me dat voldoet aan Gods bedoeling, ongeacht stam of ras of natie of taal.

En daarom zeg ik: op de jongste dag zal je het weten welk Israël er bedoeld is. Voor die tijd is het inderdaad onderwerp van discussie.

Of hij verwees naar Petrus die vlak daarvoor nog aan het woord was.

Ach kom Peter. Jakobus noemt toch de naam van Simeon toch niet van Petrus? Heb je de Bijbel erbij gepakt? Dit is gewoon dwarsliggen en niet open staan voor wat de Bijbel erover zegt. Waarom zo een harde nek?

Petrus is een Griekse naam, Simeon een Joodse. In Handelingen 15 ligt het erg gevoelig en dan luistert het ook nauw hoe je je woorden kiest. Door de naam Simeon te noemen, benadrukt Jakobus dat Petrus één van hen is en niet een halve heiden.

Kan ik uit jouw woorden concluderen dat je een "tijdelijke vervangingstheologie" aanhangt. Je zegt immers dat God Israël tijdelijk terzijde heeft geschoven.

Nee want ik heb juist aangegeven dat God een volk verkiest uit JOOD EN HEIDEN.

Die 2 zijn tot één gebracht. De muur des afscheids is afgebroken zegt een brief van Paulus.

Die volk voor Zijn Naam of eigenlijk DOOR Zijn Naam is een totaal ander volk dan Israël of het Nederlandse volk. Het is ZIJN LICHAAM waarvan HIJ het Hoofd is. Dat was onder het oude verbond een verborgenheid. En het is pas Paulus als de 13e apostel gegeven hierover één en ander te openbaren.

Dit is volgens mij dus de kerk, de gemeente, het nieuwe Israël.

Namelijk, welke positie dit volk heeft en welke toekomstverwachting en welke bestemming en dat is geïllustreerd in alle voorbeelden waarvan de 2e zoon de erfgenaam werd en de 1e zoon werd genegeerd of afgevoerd.

Dat wijs op het feit dat God het "eerste wegdoet om het tweede te stellen".

De Gemeente is dus de eerstgeboren zoon geworden en niet Israël. Zij delen niet in de hemelse dingen en in de hemelse erfenis en zegeningen zoals Efeze 1 zegt, maar zij delen straks in aardse zegeningen, met een aardse positie en een aardse toekomst dàt is weggelegd voor een wedergeboren natie Israël bestaande uit 12 stammen. Dan zijn we nog lang niet in de Jongste Dag, maar in de helft van de 70e week van Daniël.

Als ik het goed begrijp, zijn er volgens jou dus twee volken:

1. Een hemels volk: dit is het volk dat God verkiest uit Joden en heidenen en heeft het eerstgeboorterecht gekregen.

2. Een aards volk, Israël, dat wedergeboren wordt en dan een aardse toekomst heeft.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Petrus is een Griekse naam, Simeon een Joodse. In Handelingen 15 ligt het erg gevoelig en dan luistert het ook nauw hoe je je woorden kiest. Door de naam Simeon te noemen, benadrukt Jakobus dat Petrus één van hen is en niet een halve heiden.

Als je nu toch zelf 'Peter' heet dan weet je toch dat dat in het Grieks staat voor 'Petra' dus voor 'Rots". En wordt Petrus ook niet Cephas genoemd?

Wat je zegt is echt onzin. Jacobus ook een Griekse naam voor Jacob heeft het helemaal niet over Petrus, maar over Simeon. Hou toch op met dat gegoochel. Halve heidenen bestaan niet.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Kijk, dat vind ik nou een argument.

God verzamelt zich een volk uit de heidenen.

Maar of dit nu een ander volk is?

Waren die heidenen dan Joden? Wat een merkwaardige afweging? Volkomen ontkenning dat God een volk verzamelt uit Jood en heiden en dat dat de Gemeente als het Lichaam van Christus vormt. Dan moet je wel gaan goochelen met woorden en steeds 'de bal terugspelen'.

Ja? Of je bezinnen op de woorden van Psalm 87:
1 Een psalm, een lied voor de kinderen van Korach. Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid.

2 De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob.

3 Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.

4 Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyriër, met den Moor, deze is aldaar geboren.

5 En van Sion zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en de Allerhoogste Zelf zal hen bevestigen.

6 De HEERE zal hen rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar geboren. Sela.

Is die persoon, die zo beschreven wordt, nu inwoner van Babel of Tyrus, of van Sion/Jeruzalem? Hoe noem je die inwoner vanaf dat moment? Die "voorheen uit Tyrus komende geboren inwoner van Jeruzalem"? Toch nog steeds Tyriër?? Of: op grond van die bijzondere "geboorte van omhoog" wellicht toch Judeeër???
Link naar bericht
Deel via andere websites
Als ik het goed begrijp, zijn er volgens jou dus twee volken:

1. Een hemels volk: dit is het volk dat God verkiest uit Joden en heidenen en heeft het eerstgeboorterecht gekregen.

2. Een aards volk, Israël, dat wedergeboren wordt en dan een aardse toekomst heeft.

Met de aantekening dat het eerste 'volk' Zijn Lichaam wordt genoemd en dat het tweede volk de Bruid wordt genoemd. Dus dan hebben we het over de Bruidegom en de Bruid die in Openbaring opnieuw een huwelijksverbond aangaan.

De Bruidegom bestaat uit het Hoofd n.l. Christus en Zijn Lichaam , de Gemeente

De Bruid is een gelovige natie Israël en dat huwelijksverbond wat opnieuw gesloten wordt tussen Jehovah ( de Man ) en alle 12 stammen ...dat vieren wij gezamenlijk en dan heet het: 'De bruiloft des Lams".

De illustratie vind je in de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden, die resp. staan voor de 10 en de 2 stammen. En die gelijkenis heeft niets te maken met de heidenen. Volledig van toepassing op de 2 en de 10 stammen.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Kijk, dat vind ik nou een argument.

God verzamelt zich een volk uit de heidenen.

Maar of dit nu een ander volk is?

Waren die heidenen dan Joden? Wat een merkwaardige afweging? Volkomen ontkenning dat God een volk verzamelt uit Jood en heiden en dat dat de Gemeente als het Lichaam van Christus vormt. Dan moet je wel gaan goochelen met woorden en steeds 'de bal terugspelen'.

Ja? Of je bezinnen op de woorden van Psalm 87:
1 Een psalm, een lied voor de kinderen van Korach. Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid.

2 De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob.

3 Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.

4 Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyriër, met den Moor, deze is aldaar geboren.

5 En van Sion zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en de Allerhoogste Zelf zal hen bevestigen.

6 De HEERE zal hen rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar geboren. Sela.

Is die persoon, die zo beschreven wordt, nu inwoner van Babel of Tyrus, of van Sion/Jeruzalem? Hoe noem je die inwoner vanaf dat moment? Die "voorheen uit Tyrus komende geboren inwoner van Jeruzalem"? Toch nog steeds Tyriër?? Of: op grond van die bijzondere "geboorte van omhoog" wellicht toch Judeeër???

Ik weet niet tegen wie je het hebt, maar ik wil best ingaan op Psalm 87.

De vraag aan jou is dan wie zijn de kinderen van Korach?

Je stelt daarna allemaal vragen? Ik zou je willen vragen: Over wie gaat deze Psalm want jij haalt het aan?

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik weet niet tegen wie je het hebt, maar ik wil best ingaan op Psalm 87.

De vraag aan jou is dan wie zijn de kinderen van Korach?

Je stelt daarna allemaal vragen? Ik zou je willen vragen: Over wie gaat deze Psalm want jij haalt het aan?

Eens kijken: ik reageer op een uitspraak van jou. Tegen wie zou ik het hebben??

Die kinderen van Korach zijn de nazaten van Korach, Levi... "Tempelzangers" (zie 2 Kron 20:19). Het lied (de psalm) zal daar dus gezongen zijn...

Over wie die psalm gaat? Over "gojiem", leden van niet-Israëlitische volkeren. Die ineens wel degelijk "in Sion geboren blijken te zijn", maar dan "per goddelijk decreet"...

Dit als reactie op je eerdere vraag: "Waren die heidenen dan Joden?"

Wel: volgens deze psalm kan dat wel degelijk: gojiem zien als "geboren Jeruzalemmer"... Men zong er ooit al over in de tempel...

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik zal er een apart topic over openen in Bijbelstudie. Tenzij jij nog interessante antwoorden hebt.
Ik zou niet weten waarom dat in een apart topic zou moeten... Reageer maar gewoon hier, zou ik zeggen. Ik heb niet zo'n behoefte aan opnieuw een "Kwispeltopic" waarin alleen alle trouwe Kwispelaanhangers mogen meekwispelen, maar anderen worden afgewimpeld...
Link naar bericht
Deel via andere websites

Ok ook goed.

Wat is nu de "berg Mijner heiligheid" dan wel Sion?

De Psalm is van David en is dus de man die Jebus veroverde en daarom heet die stad Jeruzalem.

De vraag is bij welke gelegenheid werd deze Psalm geschreven. Dat staat er niet, maar ik denk dat het gaat om de gebeurtenissen uit 2 Sam. 6 vers 5/14 waar David de ark ergens naar toe bracht.

David versloeg de Jebusieten en noemde de ingenomen stad 'Jeruzalem'. En David bracht de ark naar Jeruzalem. Een feestelijke gebeurtenis, want David huppelde voor het aangezicht des Heeren.

De Psalm spreekt over het koninkrijk van de zoon van David. En dus neem ik het laatste vers ( de introversie) want er zit een structuur in. Dat maakt het makkelijker.

Want vers 1 ( 2e helft) vergelijk dat als introductie met vers 7 ( de uitleiding)

Er is sprake van zangers en er is sprake van dat zij 'speelden'. Wat bespeelden zij dan?

Dansten zij? Of is dansen minder gewenst binnen het Christendom?

Spelen is ( ' Hallel ' of 'Halleluj 'a) maar het tegenovergestelde is 'Gallel'.

En iemand als Michal als de vrouw van David vond zij zijn dansen als een ontheiliging.

Link naar bericht
Deel via andere websites

Ik probeer te begrijpen waarom jij Hendrik deze Psalm aanhaalt.

Want de werkelijke inhoud wordt afgesloten in 2 delen en afgesloten met "Sela".

Aan de ene kan wordt gesproken over volkeren en daarna wordt gesproken over Sion.

De Heer bemint toch de poorten van Jeruzalem boven de andere poorten?

Vers 2 spreekt over deze dingen, maar vers 3 spreekt TOT de stad Gods en heerlijke dingen vallen samen met Jeruzalem.

Wij zien toch Jezus met eer en heerlijkheid gekroond?

Jeruzalem wordt de grote stad Gods genoemd, maar ook de stad van Jacob. Zie Psalm 48 en ook hier wordt gesproken over 'de berg Zijner heiligheid>"

Vele psalmen spreken hierover.

Feestelijkheden die spreken over de overwinning van de zoon van David en het is de stad waar het fundament gelegd is, zie vers 1.

En dan gaat het in vers 4 ineens over de woning van de heidenen.

Want wie is Rahab en Babel? En de Filistijn en de Tyriër en de Moor?

En dan vers 5 spreekt de Psalm weer tot Sion.

Hier worden heidense volkeren genoemd want Rahab is ( de hoogmoedige) en de bijnaam van Egypte in Psalm 89 vers 10 en Jes 59 vers 9 het gaat niet om Rachab.

En Babel was de grootste vijand van Israël .

Het aardige van de Psalm is dat het profetisch is.

Babel zal alsnog veroordeeld worden en wat overblijft is behouden en dat geldt ook voor Egypte. Kun je het nog volgen?

Babel is altijd een vijand van Israël en ook Palestijnen kunnen Christenen worden.

Maar dit terzijde.

Er treden in ieder geval landen op als vijanden van Israël , zo hier de spreekwoordelijk vijandige volkeren in deze Psalm. En deze volkeren zullen dus wedergeboren worden.

Het enige verschil tussen de volkeren en Israël is dat 'hun de woorden Gods zijn toevertrouwd'.

Israël staat model voor alle volkeren en dat is wellicht een karikatuur, maar wel een waarheid als een koe. Hier gezien in Psalm 87.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Je bent m.i. in de war met Simon en Simeon. En wat Jacobus aanhaalt lijkt mij overduidelijk een citaat van Simeon en niet van Simon. Laten we elkaar niet voor de gek houden Peter.

Ik laat me liever door deskundigen voor de gek houden, dan door Wilsophie

Simeon is gewoon een andere naam voor Petrus, zie 2 Petrus 1: 1

Simeon Petrus, knecht en apostel van Jezus Christus (Willibrordvertaling).

Petrus is een Griekse naam, Simeon een Joodse. In Handelingen 15 ligt het erg gevoelig en dan luistert het ook nauw hoe je je woorden kiest. Door de naam Simeon te noemen, benadrukt Jakobus dat Petrus één van hen is en niet een halve heiden.

Als je nu toch zelf 'Peter' heet dan weet je toch dat dat in het Grieks staat voor 'Petra' dus voor 'Rots". En wordt Petrus ook niet Cephas genoemd?

Wat je zegt is echt onzin. Jacobus ook een Griekse naam voor Jacob heeft het helemaal niet over Petrus, maar over Simeon. Hou toch op met dat gegoochel. Halve heidenen bestaan niet.

Subtiliteiten zijn aan jou niet besteed, zo lijkt het.

Dit is volgens mij dus de kerk, de gemeente, het nieuwe Israël.

Kun je één tekst noemen waar de Gemeente of zoals je wilt de Kerk of de Gemeente het nieuwe Israël wordt genoemd?

Niet met zoveel woorden, nee.

Anders hadden we daar als het goed is geen discussie over.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik probeer te begrijpen waarom jij Hendrik deze Psalm aanhaalt.

[...]

Er treden in ieder geval landen op als vijanden van Israël , zo hier de spreekwoordelijk vijandige volkeren in deze Psalm. En deze volkeren zullen dus wedergeboren worden.

Wel: vanwege precies die gedachte... + wat ik er eerder over zei. Daarom haalde ik die psalm aan...
Link naar bericht
Deel via andere websites
Als ik het goed begrijp, zijn er volgens jou dus twee volken:

1. Een hemels volk: dit is het volk dat God verkiest uit Joden en heidenen en heeft het eerstgeboorterecht gekregen.

2. Een aards volk, Israël, dat wedergeboren wordt en dan een aardse toekomst heeft.

Met de aantekening dat het eerste 'volk' Zijn Lichaam wordt genoemd en dat het tweede volk de Bruid wordt genoemd. Dus dan hebben we het over de Bruidegom en de Bruid die in Openbaring opnieuw een huwelijksverbond aangaan.

De Bruidegom bestaat uit het Hoofd n.l. Christus en Zijn Lichaam , de Gemeente

De Bruid is een gelovige natie Israël en dat huwelijksverbond wat opnieuw gesloten wordt tussen Jehovah ( de Man ) en alle 12 stammen ...dat vieren wij gezamenlijk en dan heet het: 'De bruiloft des Lams".

De illustratie vind je in de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden, die resp. staan voor de 10 en de 2 stammen. En die gelijkenis heeft niets te maken met de heidenen. Volledig van toepassing op de 2 en de 10 stammen.

Dan is Jehovah ( de Man ) Dezelfde als de Bruidegom (Christus en Zijn Lichaam) en Dezelfde als het Lam?

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik laat me liever door deskundigen voor de gek houden, dan door Wilsophie

Simeon is gewoon een andere naam voor Petrus, zie 2 Petrus 1: 1

Dus die oude man die in de tempel samen met Anna was en zou gaan sterven is dus dezelfde als de apostel die de Petrus brief geschreven heeft en door de Heer Jezus, 'Simon Petrus' genoemd werd? Dan zou Petrus de apostel ook genoemd Cephas over de honderd jaren oud geworden zijn? En door te stellen dat Anna de profetes samen met de oude Simeon de Here Jezus in Zijn armen houdt dezelfde is als die Jacobus aanhaalde een andere man is dan de discipel die veel later door Jezus geroepen werd als visser?

Het is zoiets als mannen die Peter heten zijn allemaal dezelfde persoon? Ze zouden wel overeenkomsten kunnen hebben zoals de Jozef's in de Bijbel.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Geloof je in wat de kerk noemt een "drie-eenheid? Als je denkt dat ik je de gek aansteek door te stellen dat Simeon die met de profetes Anna in de tempel was NIET dezelfde persoon is als Petrus de discipel heeft het weinig zin om antwoord te geven of Jehovah de Man Dezelfde is als de Bruidegom, dus Dezelfde is als Christus, want dan word ik voor gek versleten. Dus check je vraag maar bij 'deskundigen".

Kunnen dit even simpel stellen Kwispel, erken je Jezus als profeet zoals Christenen dat doen?

Link naar bericht
Deel via andere websites
Ik probeer te begrijpen waarom jij Hendrik deze Psalm aanhaalt.

[...]

Er treden in ieder geval landen op als vijanden van Israël , zo hier de spreekwoordelijk vijandige volkeren in deze Psalm. En deze volkeren zullen dus wedergeboren worden.

Wel: vanwege precies die gedachte... + wat ik er eerder over zei. Daarom haalde ik die psalm aan...

Ok, dank je wel, maar ik begrijp het verband niet. Sorry.

Link naar bericht
Deel via andere websites
Geloof je in wat de kerk noemt een "drie-eenheid? Als je denkt dat ik je de gek aansteek door te stellen dat Simeon die met de profetes Anna in de tempel was NIET dezelfde persoon is als Petrus de discipel heeft het weinig zin om antwoord te geven of Jehovah de Man Dezelfde is als de Bruidegom, dus Dezelfde is als Christus, want dan word ik voor gek versleten. Dus check je vraag maar bij 'deskundigen".

Kunnen dit even simpel stellen Kwispel, erken je Jezus als profeet zoals Christenen dat doen?

Waarom zou een antwoord op deze andermaal gesloten vraag de kwestie over Simeon en Anna simpeler maken?

Link naar bericht
Deel via andere websites

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies op je apparaat geplaatst om de werking van deze website te verbeteren. Je kunt je cookie-instellingen aanpassen. Anders nemen we aan dat je akkoord gaat. Lees ook onze Gebruiksvoorwaarden en Privacybeleid